Wlad Kohutnicky 95 jaar

Geplaatst op 15 oktober 2014 door Tijme J. Bouwers

“In Polen wordt op een verjaardag ‘Stolat, stolat’ (we wensen dat je 100 mag worden) gezongen. Maar iemand die 95 is geworden zou je toewensen dat hij 200 jaar wordt”. Aldus Zijne Excellentie Dr. Jan Borkowski, de ambassadeur van Polen in Nederland, die met het hoofd van de consulaire dienst van de Poolse ambassade, mevr. dr. Malgorzata Pacek, naar Boxtel is gekomen om de speciale Poolse lunch ter gelegenheid van de 95e verjaardag van Wladyslaw Kohutnicki bij te wonen. In zijn toespraak richt hij zich eerst tot Wlad Kohutnicki, Lkol bd, die vandaag 95 is geworden. “De gecompliceerde Poolse geschiedenis weerspiegelt zich in leven van Wlad”. (Kohutnicki is geboren in Kiev als zoon van een Poolse officier, opgegroeid in Polen, opgeleid aan de Poolse militaire academie van Modlin als tankofficier, gevangen genomen door de Russen bij het uitbreken van WO II, gevlucht via Finland en Zweden naar Schotland, PC in de 1e Poolse Pantserdivisie van Gen Maczek, vanuit NormandiĂ« meegedaan aan de opmars van de geallieerden door Frankrijk, BelgiĂ« en Nederland en na het einde van WO II officier in het Nederlandse leger geworden.) In twee volle zalen van restaurant “De Waag” te Boxtel houdt de ambassadeur een korte toespraak. Hij benadrukt dat Polen nu tot het Westen behoort. Voor Polen is het jaar 2014 een jaar om bij veel zaken stil te staan. Het is 25 jaar geleden dat het zich ontdeed van het communistisch bewind, in dat jaar viel ook de muur. Vijftien jaar geleden is het land lid van de NAVO geworden en tien jaar geleden is het tot de Europese Unie toegetreden. Sinds 1993 kent Polen economische groei, elk jaar hoger dan de gemiddelde economische groei van de overige Europese landen. Dit jaar is het wat minder maar altijd nog 3,4%. Het is het 70 jaar geleden dat de operatie ‘Market Garden’ plaatsvond. De paratroepers onder commando van generaal Sosobowski redden het leven van veel Engelse soldaten door ze uit vijandelijk gebied te halen. `’I am proud of this’, aldus de heer Borkowski die zijn speech in het Engels afsteekt. Hij memoreert de aanwezigheid van Frans Ruczynski (Lkol bd) en zijn echtgenote Rina, Frans is voorzitter van het Generaal Maczek Museum in Breda. De ambassadeur neemt aan dat wij wel weten hoe belangrijk Eric van Tilbeurgh is, die een unieke verzameling heeft aangelegd inzake documenten, uniformen, etc. van alle Poolse eenheden die hebben meegedaan aan de geallieerde campagne in West-Europa. De ambassadeur spreekt met compassie, er klinkt warmte in zijn stem door. Hij is wellicht getroffen door de bijzonder kameraadschappelijke sfeer die vandaag in de twee zalen van dit restaurant hangt. De excellentie voegt Wlad nog enkele woorden in het Pools toe. Frans Ruczynski (zoon van een Poolse bevrijder) vertaalt. De heer Borkowski is getroffen door de goede verhouding tussen de Nederlandse officieren en de van origine Poolse officieren. Dat duidt op een goede samenwerking. Wlad bedankt de ambassadeur voor zijn felicitatie en zijn goede woorden in het Nederlands, de aandrang op hem om zijn dankwoord in het Pools uit te spreken weerstaat hij. Er is dan al meer gebeurd in dit etablissement. De zestig aanwezigen hebben reeds genoten van een heerlijke barszcz, krachtige rode bietensoep, echte huzarenkost. De aanwezigen zijn al vroeg gekomen. Enkele helpers van onze president, Dirk van Zuidam, zijn reeds voor elf uur aanwezig. Zij zorgen ervoor dat de hoofdtafel in de Winterzaal van het etablissement komt en dat de eregasten daaraan voldoende plaats hebben. De geluidsinstallatie wordt geĂŻnspecteerd, helaas is de microfoon in de Winterzaal nog niet gekoppeld aan de luidsprekers in de cafĂ©zaal. Badges worden vandaag niet uitgedeeld, dat is teveel gedoe. Na elf uur loopt de gelagkamer snel vol. Frans Ruczynski en echtgenote verschijnen, gevolgd door Eric van Tilbeurgh. De stemming is die van een drukke verjaardagspartij. John Mantingh heeft op de piano voorzichtig de wijs van ‘Stolat, stolat’ geoefend, na drie minuten heeft hij die onder de knie. Het wachten is op de ambassadeur en het hoofd van de consulaire dienst. Wlad Kohutnicki en zijn partner Kitty van Lienden arriveren stipt op tijd. Bij binnenkomst zit John Mantingh klaar achter de piano om ons te begeleiden bij het zingen van ‘Stolat, stolat’, dat luide en helder ten gehore wordt gebracht, gevolgd door een driewerf ‘Hiep, hiep, Hoera!’. Dirk van Zuidam heet ons welkom, in het bijzonder Wlad en Kitty. Eric van Tilbeurgh wordt welkom geheten. Hij is eigenaar van een collectie historische objecten m.b.t. de Poolse strijdkrachten tijdens de Tweede wereldoorlog. Deze verzameling is door de Poolse regering erkend als uniek en na het Poolse Sikorski museum als de grootste collectie ter wereld. Hij is onderscheiden met het ‘Jozef Pilsudski Gouden Kruis van Verdienste’ en met het Ridderkruis van de Orde van Verdienste van de Republiek Polen. Frans Ruczynski en zijn echtgenote Rina krijgen een speciaal welkomstwoord. Dan zijn aanwezig jhr. Harm de Jonge, Genm bd en voorzitter van de VOC, en de ereleden van de VOC Jo Thomas, Bgen bd, en Evert Jan Vinkhuyzen, oud res maj, Kol Kees Koek, commandant van het Regiment Huzaren van Sytzama. Na een jaar is weer aanwezig Jan Dudok van Heel (applaus) en na een half jaar jhr. Michael Quarles van Ufford (ook applaus). Een warm welkomstwoord is er voor Pico baron van Sytzama, rechtstreekse afstammeling van de stichter van het regiment, Galenus baron van Sytzama. De tafelpresidenten van Gorssel en Soest, resp. Henk Nix en Kees Blok, zijn aanwezig. Voorts enkele dwaalgasten zoals Willem van Gulik, Onno van der Windt en Erik baron van Till. Dirk heeft de lijst met aanmeldingen nagelopen. Van het Regiment Van Sytzama zijn er net zoveel aanwezig als van de drie andere regimenten samen. De eerste tonen van de Huzarenmars klinken en wordt dan uit volle borst gezongen. De voorzitter van de VOC, jhr. Harm de Jonge, feliciteert Wlad met zijn 95e verjaardag. De VOC is trots op hem en op het feit dat hij binnen de vereniging zich laat zien. Twee weken geleden, in het Spoorwegmuseum, heeft de voorzitter Wlad als voorbeeld genoemd voor een jongere generatie huzaren. Hij herinnert aan het feit dat Wlad als PC van een tankpeloton van de 1e Poolse Pantserdivisie heeft meegedaan aan de opmars van de geallieerden na de landing in NormandiĂ«. Hij heeft vijf tanks versleten. Drie zijn onder hem weggeschoten, met 1 tank is hij door een brug gezakt en van de vijfde weet niemand waar die is gebleven. ‘Aanwezigen, denk eens even na over wat dat betekent’, zegt de voorzitter van de VOC. Het betekent een vaste wil om door te gaan met de strijd. En om door te gaan totdat het vaderland, Polen, was bereikt. Door politieke ontwikkelingen was dat laatste onbereikbaar. Wlad was onlangs aanwezig bij de herdenking van ‘Market Garden’. Toen kon Sosobowski niet doorgaan, maar Wlad kon doorgaan in het Nederlandse leger. ‘U bent plezierig in de omgang, buitengewoon integer en correct, een ambassadeur voor de cavalerie, voor Polen en voor het Poolse volk’, zo besluit Harm de Jonge zijn toespraak. Voor Kitty heeft hij een fraaie ruiker meegebracht. Dan, het loopt tegen enen, arriveren de Poolse ambassadeur en het hoofd consulaire dienst. Zij worden hartelijk welkom geheten door onze president die zich van zijn beste Engels bedient. De Huzarenmars wordt ingezet en weer uit volle borst gezongen. John Mantingh zet ‘Stolat, stolat’ in dat in een daverend gezang van de aanwezigen overgaat. De lunch kan beginnen. Er wordt een glas wijn ingeschonken. Dirk gaat staan, heft het glas – de aanwezigen gaan ook staan – en brengt een dronk uit op Wlad. ‘Na zdrowie’, wordt er geroepen. De soep, barszcz, wordt uitgeserveerd. Die is goed voor een Poolse sfeer. Tussen de gangen door leest Dirk enkele gelukstelegrammen. De eerste is die van de Gen bd Peter van Uhm. Die schrijft: “De afgelopen dagen was er weer ruim aandacht voor de bevrijding van Zuid Nederland. Operatie Market Garden werd op gepaste wijze herdacht. Zo zal binnenkort ook bijvoorbeeld de bevrijding van Breda herdacht worden. Het is mooi dat wij nog steeds mannen van stavast uit die tijd in ons midden hebben. Mannen als oud Minister-president Piet de Jong, klein van stuk maar groots in zijn daden. Hij voer in mei 1940 met zijn duikboot de Noordzee op en heeft de hele Tweede Wereldoorlog op alle oceanen gevaren met dezelfde bemanning. Samen overleefden zij de oorlog. Maar Piet de Jong kon terug naar huis. Dat gold niet voor de Poolse bevrijders waarvan luitenant-kolonel der Huzaren Wladyslaw Kohutnicki zo een goed voorbeeld is. Ook een man van stavast, zelfs toen hij nadat de vijand was verslagen niet terug naar huis kon. Hij bouwde een leven in dienstbaarheid van de vrede en vrijheid op, maar wel in Nederland. Dan past slechts diep respect. Ik feliciteer u met uw 95e verjaardag en wens u een plezierige verjaardag toe te midden van uw familie en vrienden”. Ruurd Reitsma, Lgen bd, stuurt een felicitatie vanuit Spanje en Huib van Olden, lid van deze tafel en wethouder van ‘s-Hertogenbosch, stuurt een felicitatie namens het college van B&W. Wlad woont in Rosmalen en die plaats ligt nu in het ambtsgebied van de wethouder. Na het voorgerecht moeten de benen worden gestrekt om naar het buffet te lopen alwaar Jurgen en Elise Bosmans klaar staan om ons het volgende gerecht op te schotelen. Dat is Bigos ook wel stamppot voor jagers genoemd. Het is een hartige stoofpot van zuurkool, witte kool en vlees. Het vlees is van een wild varken dat door Rens Sol in de buurt is geschoten. Goed gekozen op 15 oktober, de dag waarop elk jaar de opening van de jacht begint. De CLAS, commandant landstrijdkrachten, Lgen De Kruif heeft per mail een felicitatie gezonden. Jan van Campen heeft een brief geschreven. Die diende onder Wlad toen Wlad ritmeester en EC was. Zijn plaatsvervanger, Frans van de Pol, deed iets wat in de ogen van Wlad heel erg fout was. “Frans jij loel zijn”. Jan en zijn vrouw gebruiken deze uitspraak wederzijds al 54 jaar als iets niet goed is gegaan en leven nog steeds gelukkig. De laatste felicitatie die Dirk voorleest is die van H.W. de Blocq van Scheltinga. “Zeer geachte Heer Kohutnicki, In 1951 mocht ik Uw peloton, van het eskadron destijds onder commando van Ritmeester M.A. van de Wall Bake, huzaren van Prins Alexander, overnemen. U was toen nog Kornet in afwachting van Uw Nederlandse nationaliteit. Daar ik kort na mijn afzwaaien in 1952 naar het buitenland vertrok hebben wij elkaar nadien nooit meer ontmoet. Graag had ik heden U persoonlijk willen komen feliciteren met Uw 95e verjaardag, hetgeen echter helaas niet mogelijk was. Daarom dus nu met deze mail : mijn allerbeste wensen voor U en nog de nodige jaren in goede gezondheid – op naar de 100”. Hier wordt voor geapplaudisseerd. Na de hoofdschotel krijgt de ambassadeur van Polen het woord. De laatste spreker is Kol Kees Koek, Commandant van het Regiment Huzaren van Sytzama. Die meldt dat gebruikelijk zou zijn dat hij bij deze felicitatie op zou sommen wat Wlad allemaal gedaan heeft. Dat doet hij niet want de lijst is veel te lang. Hij memoreert de tocht van Wlad aan het begin van WO II door vele landen om tenslotte mee te helpen de Nazi Duitsland te verslaan. Het is voor hem een grote eer dat hij de Regimentspenning aan Wlad mag overhandigen. Een penning met de volgende inscriptie: “Tankveteraan bij uitnemendheid”. Voor de volledigheid is het juist om te melden dat er nog een dessert op tafel wordt gezet, dat velen bij een kop koffie of een ander drankje nog na blijven praten en dat om vier uur in de middag nog lang niet iedereen vertrokken is. Wlad gaat nog op de foto met allen die onder hem gediend hebben en hier aanwezig zijn.

Geef een reactie