Vereniging Officieren Cavalerie
Haagsche Koffietafel
– Sinds 1937 –
EEN DROEVIG MAAR WAARDIG AFSCHEID
Zondagmiddag 16 september 2012 vond aan het Lange Voorhout in Den Haag een indrukwekkende militaire plechtigheid plaats. Met groot ceremonieel werd afscheid genomen van twee van de drie Cavalerie Regimenten, het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje, van de Koninklijke Landmacht, omdat alle zware tanks krachtens een recent regeringsbesluit in één klap uit de bewapening zijn genomen.
De plechtigheid werd bijgewoond door veel actief dienende en post-actieve cavaleristen en militairen van andere wapens en dienstvakken. Zij hadden plaatsgenomen op de tribunes die voor de komende Prinsjesdag gereedstonden. De burgemeester van Den Haag en veel generaals gaven acte de présence. Met eerbied en pijnlijke precisie, werden de standaarden van de opgeheven Regimenten op één van de twee aanwezige Leopard tanks, begeleid door het gehele Cavalerie Ere-Escorte en passende militaire muziek, “opgelegd”. Vervolgens werden de tradities van deze Regimenten door de Commandant Landstrijdkrachten in bewaring geven bij het Regiment Huzaren van Boreel.
Hoewel veel wapenbroeders hun kameraden uit verleden en heden elkaar bij deze gelegenheid hartelijk begroetten, heerste er toch een gedrukte stemming. Want wat er gebeurde werd door de aanwezigen ervaren als een soort amputatie. Achter een roemrijk verleden van kurassiers en dragonders werd definitief een punt gezet en dat gaf met name aan cavaleristen – maar ook aan allen die de krijgsmacht een goed hart toedragen – een weemoedig gevoel. Tradities van de opgeheven Regimenten zullen weliswaar eervol worden bewaard, maar het vakmanschap van de militairen die soms hun leven lang in dienst van land en volk met dit kostbare materieel hebben geoefend, gaat verloren. En voor de tanks zelf zijn tot nu toe geen kopers gevonden….
Toch kregen in de plechtigheid wrevel en ingehouden woede niet de overhand. Waar in ons land niet de militairen de dienst uitmaken, maar gehoorzaam ook droevig makende bevelen van het bevoegde burgerlijke gezag aanvaarden, verdienen zij lof voor de waardige wijze waarop zij het afscheid van hun gekoesterde wapens vorm hebben gegeven. Het is er een bewijs van dat onze militairen – in tegenstelling tot die in veel andere landen – in onze democratische samenleving hun plaats kennen en ook onwelgevallige besluiten uitvoeren, weliswaar met een traan in het oog.