Op 15 februari jl. heeft de eerste VOC Ritmeester Raadpleging plaatsgevonden. Deze bijeenkomst is een uiting van de vakinhoudelijke kant die de Vereniging, naast de traditionele activiteiten, ontwikkelt. Gedurende de middag hebben 19 Ritmeesters van gedachten gewisseld over de huidige stand van zaken en vooruitzichten van ons Wapen. De deelnemers waren afkomstig uit de hele Landmacht; ondermeer van de beide tankbataljons, het ISTAR bataljon, het OTCMAN, de brigadestaven en Staf CLAS. Doordat de verkenningseenheden wegens redenen van dienst waren verhinderd, is de discussie wat “tank zwaar” geweest. Met de conclusies hopen wij vanuit onze (recente werkvloer) ervaring en subalterne attitude bij te dragen aan een de discussie over onze toekomst.
Een voor de handliggende maar cruciale conclusie is dat de gevechtstank relevant is en een belangrijke rol kan vervullen in het huidige operationele optreden. Dit hebben de Nederlandse lessen uit Irak en nu ook Afghanistan duidelijk aangetoond. De vraag is waarom het dan maar niet tot inzet komt. Dit lijkt vooral een imago probleem te zijn. Voor het grote publiek (en politici) is ieder rupsvoertuig immers een tank. Ook qua mate van vuurkracht en uitstraling worden momenteel systemen ingezet waar de Leopard zeker niet voor onderdoet en zelfs voordelen biedt. De denkblokkade blijkt hiermee een intern, lees: militair, probleem te zijn. Om dit te doorbreken zijn meerdere activiteiten noodzakelijk. Ten eerste moeten we zelf uitdragen dat we ons aangepast hebben aan het huidige optreden. We zijn bijvoorbeeld wel van optreden in verstedelijkt gebied! Daarnaast moeten we dit ook doortrekken naar onze opleidings- en trainings-programma’s. Niet meer de ontplooide eskadronsaanval op de Goldbockenberg maar een opleidingsgang voor de enkele tank in verstedelijkt gebied (Thunderrun !). Naast het pelotonsgewijs bestrijden van gepantserde doelen op 3000m, tevens het trainen van schutters op het uitschakelen van een weerstandsnest in een oord op enkele tientallen meters. Ten slotte kwam het oude Manoeuvre bataljon (Manbat) naar voren. Door het van huis uit combineren van tanks en infanterie is de drempel voor inzet lager. Er zal een stuk minder aandacht zijn voor de bestanddelen van een ingezet Manbat dan wanneer een tankeenheid zelfstandig wordt ontplooid. Tevens zullen (infanterie)Commandanten eerder geneigd zijn voor tanks op de bres te gaan als ze deel uitmaken van hun eigen eenheid. Een ander voordeel van deze wijze van organiseren is dat de KL door Train as you fight kan beschikken over meer breed opgeleide manoeuvre expertise. De Cavalerie beheerst een belangrijk gedeelte van deze expertise! Op één manoeuvre aspect, dat in de huidige operaties van belang is, heeft de Cavalerie van oudsher patent: het bereden optreden. Bij zo goed als ieder voertuig dat militair wordt ingezet, bestaat de bemanning uit een Commandant, een bestuurder en een schutter. Een wijze van inzet waarin de Cavalerie organiek al is getraind, terwijl de inspanning die het andere Wapens kost om hun personeel hierin te trainen erg groot is. Onze kennis en ervaring op dit gebied is zeer waardevol. Een tweede core competence van de Cavalerie binnen de manoeuvre expertise komt naar voren bij een andere interessante ontwikkeling: het nieuwe Infanterie Gevechts Voertuig de CV90. Wij zijn van mening dat de CV90 een goede ontwikkeling is. De keuze voor een rupsvoertuig onderschrijft de relevantie van de tank. Daarnaast is de CV90 voorzien van een echte “toren bemanning”. Het omgaan met deze toren en vooral de schiettechniek is het territorium van de Cavalerie. Onze kennis en ervaring op dit gebied creëert kansen bij de invoering van de CV90, bijvoorbeeld door een bijdrage te leveren in de opleiding en training van de commandant, schutter en bestuurder. Overige Operationele Taken (OOT) bestaan voor de Cavalerie niet. Door invulling te geven aan het adagium every soldier a rifleman van Commandant Landstrijdkrachten en aan het deel 6 “optreden te voet” van het oude vertrouwde pelotonsvoorschrift 2-717/2 kan dit tot ons organieke werk gerekend worden in plaats van tot “overige taken”. Natuurlijk nemen we hierbij rekenschap van nieuwe ontwikkelingen zoals die ondermeer worden beschreven in de Manoeuvrebulletins. Hiermee zijn we prima in staat om Normal Framework Operations, bewakings-/beveiligingsopdrachten enzovoort uit te voeren. Dat de nationaal schaarse (trainings)middelen om hier invulling aan te geven niet altijd voor ons beschikbaar zijn, mag geen belemmering zijn. Met wat creativiteit zijn het ISK, Oostdorp en Marnehuizen hiervoor niet voorwaardelijk maar slechts een aanvullende factor. Wij zijn ons bewust dat in dit verslag soms prikkelende stellingen worden ingenomen. Om bij te blijven met de huidige ontwikkelingen, is het essentieel dat we deze discussie voeren. We moeten blijven meedenken, mee ontwikkelen en bovenal uitdragen wie we (willen) zijn en wat we kunnen. We hopen dat de argumenten worden opgepakt en de noodzakelijke discussie wordt gevoerd. Door het grote belang verdient de discussie een structurele aanpak. De tank-wereld moet in navolging van het Operationele Blauwe Beraad van de verkenners een regelmatig terugkerend overleg opzetten die deze voortgang bewaakt. Een overkoepelend orgaan (onder leiding van onze manoeuvre autoriteit?) kan de Cavaleriebrede afstemming realiseren. De Ritmeester Raadpleging krijgt in de tweede helft van dit jaar zeker een vervolg. Met meer structuur in de Raadpleging zal ook hier de relevantie toenemen. Houd de aankondiging in dit blad en op de website in de gaten.