Themadag: Verkenners verkennen

Door Lkol H. de Jong, Dagvoorzitter verkennersdag 22 maart 2007 in het ’t Harde

Nadat de Commandant Landstrijdkrachten, de generaal van Uhm, de dag had geopend is door de dagvoorzitter een introductie verzorgd. Dit artikel is een bewerking vandeze introductie.

C-LAS heeft in zijn opening kernachtig weergegeven waar het vandaag en in de toekomst om gaat. De centrale boodschap die hij uitdraagt, is voor de verkennersgemeenschap essentieel. C-LAS noemde het de 80-20 regel die de basis vormt van het verkenner zijn. In de volgende artikelen in deze Mededelingen komen de ander sprekers (schrijvers) daar uitgebreid op terug. Ook dit artikel gaat verder op deze rode draad.

De vorige verkenners dag: een mooie zomerse dag in september 2005 waar het thema waarnemen is behandeld. Deels in de filmzaal maar ook een forse kluif buiten op het oefenterrein hier achter de kazerne. De boodschap van die dag was dat waarnemen en de daar uit voortkomende informatie of inlichtingen essentieel is voor de besluitvorming voor de commandant, mogelijke doelbestrijding en force protection. Belangrijke boodschap die dag was dat u meldt wat u ziet en niet wat u denkt te zien. Want een verkeerde voorstelling van zaken kan zo zijn gevolgen hebben. Weest u zich dat bewust.  Waarnemen is niet zo maar iets; het is de meest moeilijke tak van sport die je je kan voorstellen.

Het Operationeel Concept Grondgebonden verkenningseenheden geeft helder weer wat de taakstelling is en wat de kenmerken zijn van de verkenner. Wellicht kan er een aanvulling worden uitgevoerd op dit concept, echter de fundamenten staan en het uitgangspunt is helder. De verkenner verkent met de FENNEK als basis platform. Ja, zult u zeggen, maar ook voor de luchtmobiele jongens en het KCT. Hier geldt dat hun organieke platform (de MB, of het voertuig SF) de basis is. Het is een concept. Hier staat de basis van de verkenner op hoofdlijnen beschreven. Niet hoe u het moet doen, maar dat u het moet doen. De wijze waarop laten we als commandanten graag aan u over. Kaders zijn aangegeven zoals verkennen en bewaken. Verkennen en bewaken en niet primair vechten. De verkenner op de FENNEK doet niet aan Direct Action, maar als we in een situatie komen dat een operationele commandant er voordeel mee kan doen, dan moeten we er klaar voor zijn. Dan is het de verkenner die volgens de aloude kreet ZACV, zelfstandig, actief, creatief en verantwoordelijkheidsbewust, moeten optreden. Dan komt de aard naar boven waar verkenners bekend om zijn. LINK, LOUCHE en BETROUWBAAR. U hoort het goed link, louche en betrouwbaar waar daar gaat het om. Een commandant moet verkenners kunnen vertrouwen. Voor de duidelijkheid nog even de hoofdtaken van verkenningseenheden: Verkennen omvat het visueel waarnemen of op andere wijze detecteren met als doel gegevens te verkrijgen over de vijand dan wel gegevens te verkrijgen over terrein en weer. Bewaken is het systematisch en onafgebroken toezicht houden op en waarnemen van een gebied, object, personeel of materieel, teneinde gegevens te verkrijgen, te waarschuwen of te alarmeren.

Hier staat niets over vuurposities, direct action of het uitschakelen van een tegenstander. Dit zijn onze taken… Om deze taken uit te kunnen voeren moeten we overal op voorbereid zijn.

Een belangrijk aspect, dat ook door de generaal van Uhm voor het voetlicht is gehaald is de factor mens. Het zijn niet de systemen die voorwaarts gaan maar het zijn mensen. Het gaat niet om de middelen om kinetisch (met een wapen) of niet kinetisch (met woorden en daden) het gedrag van een tegenstander te beïnvloeden. Het gaat om de mens achter de machine, om de commandant accurate, relevante en tijdige gegevens, informatie en inlichtingen over de tegenstander en het operatiegebied te geven. En daarom is het zo belangrijk dat de verkenner weet waar hij mee bezig is. Dat hij weet welke rol hij vervult in het totale concept. Dat de verkenner van het BVE of de verkenner van het verkenningspeloton binnen een bataljon weet waarvoor hij het doet.

De context van de operatie moet iedereen letterlijk en figuurlijk voor ogen staan. Het gaat dan om de samenhang der dingen. Dit speelt nog meer bij de verkenners die zijn ingedeeld bij 103 en 104 Verkenningseskadron. Deze spelen een rol in samenhang met een hoop andere inlichtingen sensoren. Een bekende spreuk is:

Even the best sensor-based image system cannot replace the human eye in three aspects: Resolution, Field of view and above all: It’s marvellous working with the brain. In de context van de operatie in combinatie met wat hij ziet, neemt de verkenner in het operatiegebied besluiten. Besluiten met gevolgen voor hem en zijn bemanning. Want hij staat in de operatie voor de keuze hoe hij gaat optreden. Daarnaast bepaalt de verkenner zelf of hij ter plaatse bereden, uitgestegen of te voet verder gaat. De Ploegcommandant bepaalt of de ploeg uit de FENNEK stapt en op een andere wijze de taak uitvoert. Dit kan alleen maar als men opgeleid en getraind is met als basis de FENNEK. Als de verkenner de FENNEK in de vingers heeft, dan is het een eitje om andere dingen te gaan doen. Als de verkenner weet hoe hij met een FENNEK door het terrein moet verplaatsen dan is het relatief eenvoudig om de opgedane kennis in een ander voertuig toe te passen.

Belangrijk is dus dat de ploegcommandant met zijn verkenners de basis beheerst. Vandaag de dag treden we dus al op met FENNEKS in het operatiegebied Afghanistan. Dit is de realiteit van vandaag met de nodige beperkingen doordat nog niet al het materiaal beschikbaar is. Maar ik weet zeker dat als het er op aan komt iedereen in staat is om met de beschikbare middelen aan de slag te gaan. Ik heb al eerder aan gehaald dat de verkenner link, louche en betrouwbaar is en dat laatste daar draait het om. Een commandant moet op de verkenner kunnen vertrouwen en dat start met een gedegen basisopleiding.

Vandaag zijn we bezig om ons voor te bereiden op bijvoorbeeld Uruzgan. Maar waar kunnen we morgen zitten. Voor de VN in Soedan of in het kader van een EUBG in Congo. Wie zal het zeggen. Daarom is het zo belangrijk om te beseffen dat wij altijd vanuit een basis moeten optreden. Ongeacht de context zal de verkenner altijd van A naar B moeten verplaatsen. Op punt B informatie verzamelen. De eerste relevante informatie er uit halen en verzenden naar zijn Commando Post. Als laatste moet hij kunnen overleven op het gevechtsveld ongeacht de plaats waar hij dat doet. Of dat nu op de Noord Duitse Laagvlakte is, in Uruzgan of Soedan/Congo… Het gaat om de basis. Maar zijn we er klaar voor ? Opleiding en training met de FENNEK is de basis. Ja, we moeten meer kunnen… maar wel in het juiste perspectief.

De rode draad is de basis van ons verkenner-zijn. Dit is ons organiek ingedeelde voertuig en daar worden we op opgeleid en voor een groot deel getraind. 80% van onze tijd/ taakstelling doen we met de FENNEK. Mocht het anders uitpakken dan moeten we ook daar klaar voor zijn. Verkenners moeten een compleet pakket kunnen leveren, maar dat kan alleen vanuit een gedegen fundament. Een groot deel staat in het Operationeel concept grondgebonden verkenningseenheden beschreven. Dit is de basis waar wordt verteld wat we moeten doen. Het hoe is aan u en uw commandanten. Voor de duidelijkheid: we hebben natuurlijk wel een paar piketpalen weggezet want anders kunnen we niet opleiden en trainen. De taakstelling lijkt me duidelijk. Verkennen en bewaken. En als laatste kijk vooruit. Denk aan je rol en hoe je een commandant kan ondersteunen in zijn inlichtingenproces. Maak gebruik van de kracht van het mens-zijn in een dergelijke situatie of opdracht.

Geef een reactie