Genm. b.d. J.H. de Jonge, Wapenoudste van de Cavalerie, sprak in de jaarlijkse herdenking van de gevallenen Cavalerie op 9 mei jongstleden de volgende tekst, die hierbij onverkort is weergegeven. Een verslag van de ceremonie volgt in het blad VOC Mededelingen.
Herdenking gevallenen Cavalerie 2012
Hier en nu herdenken wij onze gevallenen van de Cavalerie. En natuurlijk doen wij dat op deze locatie rondom het Monument Gevallenen Cavalerie. Dit skulptuur, tonend twee cavaleriesabels gekruist – uitbeeldend de wil om de strijd aan te gaan voor Vrede en Gerechtigheid – werd hier onthuld in 1984. Het is van de hand van kunstenares Therese de Groot – zij overleed vorig jaar – en het werd destijds aangeboden door de Vereniging Officieren Cavalerie ter gelegenheid van het toen 50 jarig bestaan van de Vereniging. Op de voet staat VOOR DE GEVALLENEN DER CAVALERIE. Dus voor ALLE gevallenen van ons Wapen sedert het oprichten van ons Koninkrijk. Dat wil zeggen sedert de tijd van de bevrijding van de Franse overheersing. Wij gedenken hier onze gevallenen van:
· De slag bij Waterloo 1815
· De Belgische opstand 1830
· Nederlands Oost-Indie 1815 – 1940
· De Tweede Wereldoorlog
· Nederlands- Indie 1945 – 1950
· Alle vredesmissies na 1945; zelf vind ik de benaming vredesmissies vreselijk in de oren klinken. Het klinkt te vredig terwijl onze jonge generatie weet en ervaren heeft dat acties in die zogenaamde vredesmissies net zo gewelddadig en overrompelend kunnen overkomen als het optreden in de grote oorlogen.
In eerdere herdenkingen hier rondom het monument heb ik getracht gesneuvelden een gezicht te geven. Wie waren zij? Wat bezielde hen? Hoe kwam het dat zij hun leven gaven? En wat kunnen wij daarvan leren?
Hopelijk heeft u evenals ik dat heb gedaan, kunnen genieten van de woorden in de toespraak die de Duitse President Joachim Gauck hield in de Grote kerk van Breda, ter gelegenheid van Bevrijdingsdag, vier dagen geleden. Zijn titel was: bevrijding vieren – verantwoordelijkheid nemen. In een heerlijk mooi opgebouwd betoog nam hij ons mee naar zijn uiteindelijke boodschap. Hij constateerde dat veel mensen in Europa een beperkt beeld van vrijheid hebben. Vrijheid wordt dan in die ogen gezien als een vrijbrief voor .. bandeloosheid, de belofte van een hedonistisch leefmodel, politieke of etnische willekeur of als oproep tot het afzien van deelname aan de maatschappij. Daarbij ontbreekt wat vooral veel jongeren in landen waar die zogenaamde ultieme vrijheid nog niet bereikt is, de straat opdrijft om voor te protesteren — de verantwoordelijkheidszin, betrouwbaarheid, maar ook gemeenschapszin en solidariteit. Wij zien dat vrijheid niet alleen altijd bevochten moet zijn, aan vrijheid moet telkens opnieuw vorm gegeven worden. En elke generatie staat opnieuw voor die uitdaging. Aldus Gauck.
Met die gedachte in het achterhoofd, wil ik u meenemen naar een cavalerist die gedood werd in 1944. Over hem is recent meer bekend geworden onder meer met hulp van de onderzoekers van het Museum Nederlandse Cavalerie. Wachtmeester Sjef Adriaansen. Geboren aan het begin van de vorige eeuw en opgegroeid in Hoogerheide, Brabant. Hij wil naar het KNIL om te ontsnappen aan de uitzichtloze armoede van een eenvoudig gezin tijdens crisistijd in dat deel van Brabant. Zijn vader geeft hem echter geen toestemming. Hij komt daarna op als dienstplichtige bij de cavalerie en dient tijdens de mobilisatie en de meidagen in het Tweede Regiment Huzaren. Iemand uit zijn omgeving zei toen: Hij viel in Hoogerheide wel op, een arbeidersjongen met de witte strepen van wachtmeester bij de cavalerie. Na de demobilisatie meldt hij zich voor de marechaussee en dient daar tot 1942 opnieuw in Brabant. Hij ervaart echter de leiding van de marechaussee te Duits-vriendelijk. Hij wil zich inzetten voor de bevrijding. Als marechaussee en Brabander kent hij die zogenaamde ontsnappingslijnen naar het Zuiden. Hij stapt op en meldt zich drie dagen later bij de Nederlandse ambassade in Bern. Daarna weer clandestien over de grens via Frankrijk en Spanje naar Curacao. Daar meldt hij zich voor dienst bij de nederlandse luchtmacht en reist door naar Mississipi in Amerika voor een opleiding. Die eenvoudige jongen uit Hoogerheide. Nu blijkt dat hij niet goedgekeurd wordt voor een vliegende functie – waar hij geen genoegen mee neemt – en reist door naar Canada waar op dat moment nederlandse vrijwilligers voor de landmacht getraind worden. In juni 1943 arriveert hij in Engeland en wordt al snel gevraagd voor de opleiding tot Geheim Agent. Op 2 september 1943 wordt hij door Koningin Wilhelmina persoonlijk onderscheiden met het Kruis van Verdienste. In januari 1944 springt hij in de omgeving van Breda. Eenmaal veilig geland en ingericht draagt hij bij aan een netwerk van waaruit veel informatie naar Engeland wordt gezonden. Activiteiten van de Luftwaffe op de basis Gilze Rijen – de geduchte nachtjagers – maar ook troepenconcentraties en munitieopslagplaatsen omgeving Roozenburg en Rotterdam worden nauwgezet gemeld. Dàn gaat het mis, zijn radiouitzendingen worden uitgepeild en uiteindelijk wordt hij opgepakt. Op 14 juli 1944. Gevangen gezet in het Polizei-Lager Haaren en op Dolle Dinsdag 5 september 1944 vervoerd naar Kamp Vught alwaar hij samen met 59 anderen standrechtelijk gefussileerd wordt. Sjef Adriaansen is in mei 1953 postuum onderscheiden met het Bronzen Kruis.
Wat bewoog deze wachtmeester Sjef Adriaansen nu?
Geen familieachtergrond die generaties militairen voortbracht; verre van dat.
Geen bijzondere opleiding.
Eerder een wil om aan de armoede en eenvoud van het extreem armoedige boerenleven in Brabant te ontsnappen.
Maar vervolgens bewoog hij zich in toenemende mate alsmaar meer in frontposities waar hij ook had kunnen afhaken. Zoals:
In Curacao: hij had daar kunnen blijven en geen dienstnemen; hij besloot anders
In Mississipi: hij had genoegen kunnen nemen met de minder risico-volle job bij de gronddienst; hij legde dat terzijde
Na zijn landmachtopleiding: hij had kunnen blijven dienen bij de Irenebrigade, maar besloot zich te melden bij de Inlichtingendienst en opgeleid te worden tot Geheim Agent.
En zo heeft hij zich doelbewust in de positie gewerkt die zo treffend kan worden omschreven met een definitie van de Soldier.
A SOLDIER is someone who, at one point in his life, wrote a blank check made payable to Our Nation for an amount “up to and including my life “.
Wij betuigen ons respect aan die Wachtmeester Sjef Adriaansen. Drager van het Kruis van Verdienste en het Bronzen kruis.
Maar laat ons ook stil staan bij de dienstplichtig korporaal Palland en de huzaren van Dorth, Morren en Hoogwerf. Gesneuveld op 11 mei 1940 te Lakemond, oost van Kesteren en Opheusden. U weet wel, de zuidflank van de Grebbelinie. Zij kwamen terecht in een mijnenveld gelegd door eigen troepen tijdens gevechten met oprukkende duitsers. Twee van hen liepen dodelijke verwondingen op toen zij hun kameraden probeerden te redden. Wij zullen het nooit weten, maar wellicht hebben zij als dienstplichtige – kennelijk geleid door officieren die de complexiteit van het gevecht in die eerste oorlogsdagen niet aankonden, de prijs die we betaalden voor het te lang niet fatsoenlijk en realistisch oefenen en trainen vanwege onverantwoorde bezuinigingen – dat eerder aangehaalde “one point in his life “ nooit ervaren. Het overkwam hen. Ook hen past ons respect. Wij waren gisteren getuige van een bewogen zoon van één van die gesneuvelden: 72 jaar na dato bij de onthulling van een klein bescheiden monumentje in dat gehucht Lakemond.
Het is alweer 5 jaar geleden dat wij stil stonden bij het sneuvelen van korporaal Ronald Groen van 43 Brigade Verkenningseskadron. In het recent verschenen voortreffelijke boek TASK FORCE URUZGAN- GETUIGENISSEN VAN EEN MISSIE, waarin ruim twintig jonge officieren terugkijken op hun tijd in Afghanistan wordt die gebeurtenis beschreven door een jonge pelotonscommandant van de infanterie.
Het loopt tegen het einde van de operatie Spin Ghar. Het bataljon heeft het merendeel van haar doelen bereikt. Vanaf nu wordt het gebied verder gezuiverd en quala’s doorzocht. Mijn peloton breekt af en verplaatst zich voor een Rest Over Night in de dasht. Wij rusten wat, immers we zijn al weer een paar weken op pad. Bovendien zien we uit naar het einde van de missie. Ineens klonk er een luide explosie. Mensen schrokken wakker van de klap en wisten dat het niet om een beschieting ging. De explosie was ongeveer tien kilometer van mijn locatie, maar helder zichtbaar. Alles in de dasht is zichtbaar. Al snel kwam het bericht dat het om een voertuig type Fennek ging en dat er minimaal een dode bij was gevallen. Groen sneuvelde omdat hij waarschijnlijk op een overwatchlokatie op een oude ingegraven IED reed. Deze klap hakte er behoorlijk in. Het was echt een domper op de hele operatie.
Door het herdenken van Adriaansen, de vier man bij Lakemond en korporaal Groen betuigen wij respect aan die cavaleristen die hun leven gaven. Maar tevens tonen we daarmee respect voor de huidig actief dienenden, hier vertegenwoordigd door het ere-detachement van 103 en 104 Verkenningseskadron en de leerlingen VTO van de Cavalerieschool. Door hun beroepskeuze, door hun opleiding en vorming realiseren zij zich dat ook zij in situaties zullen kunnen komen te verkeren zoals door mij eerder geschetst. En dat ook zij kunnen passen in die omschrijving “ a check made payable to Our Nation for an amount up to and including my life “.
Afsluitend kom ik terug bij de woorden van President Gauck. Bevrijding vieren is verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid – Betrouwbaarheid – Gemeenschapszin – Solidariteit. Vrijheid moet worden bevochten en elke generatie staat opnieuw voor die uitdaging.
De gevallenen die wij hier herdenken lieten blijken dat zij die uitdaging niet uit de weg gingen.
Hetzelfde geldt de mannen en vrouwen die hier zijn aangetreden.
En daarom is gedenken – TOEKOMSTGERICHT EN VOORUIT KIJKEND ZOALS WIJ DAT GEWEND ZIJN –zo belangrijk. Dat zal zo blijven .