Van 25 tot en met 28 april vond de oefening Northern Indian plaats. De indianen van 41 Brigade Verkenningseskadron (41 BVE) waren op indianenpad op het, aan de Oostzee grenzende, oefenterrein Putlos in Noord-Duitsland. Na de laatste oefening, die in het teken stond van verkennend optreden met de YPR, werd het voor de indianen weer tijd om de schietvaardigheid te verhogen.
De dagen van de oefening waren van de vroege ochtend tot de late avond (soms tot ver na middernacht) gevuld met diverse acties. Hierbij moet gedacht worden aan Close Quarter Battle (CQB), verdediging, tactische wateroversteek met vijandelijk contact en hinderlaag met voertuig. Naast deze acties waren onderdelen als Close Target Recce (CTR), Combat Life Saver-actie (CLS-actie), optreden in verstedelijkt gebied (OVG), Duitse hiba en een Panzeruberrollstrasse opgenomen in het oefenprogramma. Een speedmars door het in bloei staande heuvellandschap van dit mooie oefenterrein in Noord-Duitsland mocht natuurlijk ook niet ontbreken.
Voor de ploegen was de oefening al in de week ervoor begonnen. Op dinsdag 19 april kregen de ploeg- en groepscommandanten, onder toeziend oog van brigade-generaal Harm de Jonge, hun bevelsuitgifte. Aansluitend vond de eerste commandantenterugkoppeling van de commandant van 41 BVE, majoor Bonn plaats. Woensdag en donderdag stonden geheel in het teken van het uitwerken van de actie, een amfibische landing met aansluitend een CTR, via een isolatiefase. Hierbij hebben de ploegen elk een isolatieruimte waar zij de opdracht tot in de kleinste details uitwerken. Aan het eind van de isolatiefase is iedereen binnen een ploeg wat betreft de opdracht van al het mogelijke op de hoogte en hebben er ‘full-dressed rehearsels’ plaatsgevonden. Aan het einde van de isolatiefase kan een ploeg direct worden ingezet om de voorbereidde actie uit te voeren.
De oefening werd ondersteund door 41 Pantsergeniecompagnie (zwaar), zij nam met boten het amfibische deel voor haar rekening. Bij andere acties zorgde zij ervoor dat de boten gereed lagen voor de ploegen om de acties uit te kunnen voeren. De hulpadmeur van 41 BVE, korporaal 1 Koogje, was voor deze oefening bij een ploeg ingedeeld en heeft zodanig aan alle acties meegedaan. Koogje: “Het was echt super om ingedeeld te zijn bij een ploeg en zodoende een isolatiefase mee te maken en aan alle oefeningen mee te kunnen doen. De mooiste actie was die met de wateroversteek met een slagboot waarbij je op het water contact kreeg en daarna door een voorwaartse actie de vijand moest verslaan. Voor mij was de oefening echt gaaf en leerzaam omdat ik als hulpadmeur in beginsel niet met zulke acties meedoe.”
Voor wachtmeester 1 Spit waren er andere doelstellingen. “De gehele oefening ben ik hoofd schietinstructeur geweest. Ik heb mij dus bezig gehou- den met de schietvaardigheid. Door de diversiteit aan banen en oefeningen is tijdens deze oefening het schieten op niveau 2/3 behoorlijk verbeterd. Zelf heb ik niet met een ploeg opgetreden, maar voor mij was het tunnelsysteem een oefening waar ik met een zeer goed gevoel op terugkijk. De mannen moesten hier door een vijandelijk tunnelsysteem verplaatsen en na uitbrak uit dit systeem moest het systeem in kaart worden gebracht. Voor veel mensen was dit een nieuwe ervaring en een behoorlijke eye-opener”, aldus Spit.
Eerste luitenant A.J. de Wit, pelotonscommandant van het eerste verkenningspeloton, vond deze oefening een zeer leerzame ervaring. “In het jaarprogramma wordt veel beheerst door allerlei steunverleningen in den lande waardoor het ‘groene’ optreden soms erbij inschiet. Dit soort oefeningen zijn dan een enorme prikkel en worden door de mannen, in alle pelotons, als zeer positief ervaren. Het schieten van bepaalde oefeningen is goed voor het vertrouwen binnen een ploeg of peloton en dat is iets dat zeker uit deze oefening naar voren is gekomen. Vertrouwen in jezelf, je materiaal maar ook in je collega’s is essentieel in ons optreden.”
De oefeningen waar De Wit op doelt zijn de CQB oefeningen. Voorafgaand aan deze oefening is er binnen de pelotons een goede voorbereiding geweest voor het schieten van CQBacties. Van de enkele man tot ploegniveau, van droog via blanks naar scherp is er geoefend in de aanloop naar de geplande CQB-acties. De ploegcommandant bepaalde vooraf aan de oefening of er mensen in zijn ploeg waren die nog niet over het juiste niveau beschikten. Zij schoten de oefening dan niet mee. Veiligheid was het allerbelangrijkste dat gewaarborgd moest zijn tijdens deze oefening. Onnodige risico’s moesten worden vermeden. Zoals De Wit al zei, deze acties werden als zeer positief beschouwd door de mannen. “Het is goed dat er op deze wijze wordt geoefend. Op deze manier leer je nog beter in teamverband te werken, te communiceren met elkaar en vertrouwen te hebben in elkaar”, aldus korporaal 1 Van Wolde.
Het logistiek peloton van 41 BVE draaide tijdens de oefening een dubbel programma. Het ondersteunde de ploegen en indien er tijd was deed het peloton mee met bepaalde acties. Een actie, een kustlanding met een motorboot werd door het logistiek peloton met enthousiasme uitgevoerd. Een leermoment hier was dat ondanks dat je lijf vol met adrenaline zit, je toch moet opletten hoe je uit een motorbootje springt. Eerste luitenant A.F.P. de Wit, pelotonscommandant van het logistiek peloton, vertelt dat het logistiek peloton de oefening als uitdagend en prima verlopen heeft ondervonden. Dit geldt voor zowel het logistieke deel als de acties waaraan werd deelgenomen. Als lid van de eskadronsstaf was wachtmeester 1 Puts nauw betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de oefening Northern Indian. Hij heeft deze oefening in het geheel als uitermate positief ervaren. Puts: “Deze oefening was echt goed. Vooraf hadden we afspraken gemaakt met de Duitsers die normaal op dit terrein oefenen, en tijdens de week werden alle gemaakte afspraken nagekomen. Deze oefening is ook geslaagd omdat de gevechtsschietoefeningen op een dusdanig hoog niveau goed en professioneel zijn uitgevoerd. Hierover kan ik alleen maar meer dan tevreden zijn. Ik heb iedereen gedurende de oefeningen niet anders dan gemotiveerd en enthousiast te werk zien gaan.”
Een aantal lange dagen en vele acties verder was het weer tijd om richting Seedorf te gaan. Nadat het nodige aan onderhoud was gedaan, verlieten de indianen in pakketjes het oefenterrein. De meeste indianen waren lichtelijk vermoeid, maar allen waren ze zeer voldaan.