door Leo de Vries
Vrijwilligers restaureren materieel van het Museum Nederlandse Cavalerie
op de Bernhardkazerne. Foto Hans Geerlings
AMERSFOORT – Het certificaat dat cultuurwethouder Kruyt komende donderdag op de gevel schroeft van het cavaleriemuseum, betekent niet alleen een nieuwe status, maar vooral erkenning voor de inspanningen van de afgelopen tien jaar. Het is bijna een decennium geleden dat het Museum Nederlandse Cavalerie op de Bernhardkazerne de eerste schreden zette op weg naar een officiële status.
Was het dan al die jaren, bijna vijftig bestaat de collectie inmiddels, geen museum?
,,Ja en nee,’’ zegt museumdirecteur Vermeulen. ,,De collectie is ooit opgezet als een traditiekamer, zoals veel militaire regimenten dat hebben. In zo’n traditiekamer werden militaire stukken ingebracht ter herinnering aan het verleden van het onderdeel, maar daaruit werden net zo makkelijk stukken uitgeleend. Uniformen voor een militaire gelegenheid, of een schilderij voor in de officiersmess.’’
Met de overgang naar een ‘echt’ museum verandert die uitleenfunctie grondig. ,,We hebben een surplus gecreëerd, waaruit nog geleend kan worden,’’ zegt Vermeulen. ,,Maar de grote basiscollectie is gericht op instandhouding en beheer. Die blijft nu in het museum.’’
Meer dan tienduizend artikelen heeft het cavaleriemuseum inmiddels onder zijn hoede. Dat kan variëren van een leuke asbak of een oude veldkijker tot complete tanks en pantservoertuigen. Talloze uniformen, houwdegens, schilderijen en beelden sieren het mooie museumgebouw dat een echte blikvanger is op het kazerneterrein.
110 vrijwilligers werken al jaren aan de professionalisering van het Museum Nederlandse Cavalerie. In 1998 werd het gebouw gerenoveerd. Een van de grootste klussen sindsdien is de registratie van alle museumstukken.
,,Dat is een van de voorwaarden om te komen tot certificering, en dat proces is nog steeds niet helemaal afgerond,’’ zegt Vermeulen. ,,Het is monnikenwerk. De collectie staat nu voor 90 procent op papier of in de computer.’’
Volgens Vermeulen speelt het werk aan de certificering zich voor een groot deel achter de schermen af. Meer subsidie zit er niet in, ,,of het moet al voor tijdelijke projecten zijn’’. Toch zal de bezoeker van de officiële museumstatus profiteren. Enkele jaren geleden werd al een nieuw gebouw in gebruik genomen met allerhande voertuigen. En nu wordt er gewerkt aan de inrichting van een nieuwe restauratiewerkplaats. Vermeulen: ,,En die wordt ook opengesteld voor het publiek. Straks beslaat het museum drie toegankelijke gebouwen naast elkaar. Nu staat de collectie in twee panden, en deels in de openlucht. Dat is dus veel meer waar voor hetzelfde geld. Bovendien bestaat het cavaleriemuseum volgend jaar een halve eeuw. Dan zullen we nog veel meer van ons laten horen.’’