Algemeen Dagblad 10-02 2016 Raymond Boere
De tank is terug van weggeweest in het Nederlandse leger. 5 jaar geleden klonk het laatste schot omdat er geen geld meer voor was. Een kapitale blunder, vonden militairen van hoog tot laag. Maar nu brullen de motoren weer, tot vreugde van de eerste bemanning.
Hiermee kun je elke tegenstander domineren
Commandant John van het allereerste tankpeloton
Dat machtige gevoel bovenop de geschutskoepel. Het gehuil van die enorme dieselmotor. Zijn imposante verschijning. Ja, waarnemend commandant John van het nieuwe, allereerste tankpeloton heeft het gemist. En niet zo’n beetje ook, zegt hij voor de loop van de Leopard 2A6. Van 1997 tot 2011 mocht hij er ook al op rijden, tot die zwarte dag dat de landmacht ze moest verkopen. ,,Het voelde alsof een essentieel gereedschap uit de kist van de timmerman was afgepakt”, zegt hij.
Maar woensdag is geen dag om te treuren. Dankzij een deal met het Duitse leger mag hij weer ‘crossen’ over de Oost-Duitse hei in Weissenkeissel tijdens een oefening. Vanaf de geschutskoepel tuurt John trots in de verte. Dikke rookpluimen stijgen op als zijn maatje de 70.000 kilo staal in beweging zet op de zandvlakte.
Bruut geweld Bijna niets houdt zoveel bruut geweld tegen. Zelfs bomen breken af als de meterslange rupsbanden plotseling de bossen in draaien. Richten. Een knal uit de loop. Het is nog maar een losse flodder, maar het geluid dreunt na tot in de wijde omtrek. Dit is wat John zijn hele leven heeft gewild. ,,Hiermee kun je elke tegenstander domineren. Van buiten ziet hij er misschien lomp uit, maar van binnen is het een heel verfijnde machine. Daar komt het aan op vakmanschap en nauwkeurigheid.”
John en zijn bemanning zijn de eersten die weer op een tank mogen rijden. Een Duitse weliswaar, maar dat maakt hem niets uit. Het type, de Leopard 2A6, gebruikten ze zelf ook jarenlang.
In 2019 moeten er achttien operationeel zijn, een schim van wat ons land ooit had. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, midden jaren ’70, reden er maar liefst duizend rond. Maar bij de landmacht tellen ze hun zegeningen. Ze zijn al lang blij dat de Leopards weer terug zijn. Nog maar 5 jaar geleden, op 18 mei 2011, klonk het laatste schot op een oefenterrein in Duitsland en moest het leger het zonder tanks stellen.
Het is zo ontzettend moeilijk te voorspellen in wat voor conflict we in de toekomst verzeild kunnen raken
Generaal-majoor der Cavalerie Harm de Jonge b.d.
Verkocht Nederland was in Europa het enige land dat niet meer geloofde in het zwaarste wapen dat de landmacht heeft. Defensie moest 1 miljard euro bezuinigen en had het geld er niet meer voor over om de 116 krachtpatsers te laten rijden. Op zestien na werden ze allemaal verkocht aan Finland. De deal leverde de schatkist 200 miljoen euro op.
Militairen van hoog tot laag zien het verlies van de tank nog steeds als een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de landmacht. Ook waarnemend commandant John. En niet alleen omdat het zo machtig mooi is daar boven op die geschutskoepel. ,,Jarenlange ervaring met tanks, inspanningen om ijzersterke teams op te bouwen, kameraadschap; het was allemaal weg. En de landmacht kan niet zonder tank. Het is de hamer in onze gereedschapskist”, zegt hij.
Rudi Carrell-Duits Maar waarom wil Nederland zo graag zelf weer met tanks rijden als andere landen er genoeg hebben? Minister van Defensie Jeanine Hennis zei onlangs nog vergaande samenwerking met Europese legers alleen maar toe te juichen. En Duitsland alleen al heeft 328 Leopards. Maar tanks met bemanning van het ene land, passen niet naadloos in het leger van een ander, weet oud-generaal Harm de Jonge. ,,Tanks opereren in kleine eenheden en geven vaak vuursteun in noodsituaties. Infanteristen zitten dan vaak in de meest angstige minuten van hun leven. Die moeten in hun moerstaal kunnen doorgeven waar de vijand zit, en niet in ‘Rudi Carrell-Duits.”
En dus laat waarnemend commandant John zijn manschappen nog maar een keer aanrukken. Want er moet nog heel wat trainingsuren worden ingehaald, na al die jaren. ,,Wij zijn de speer op het slagveld.”
Historische blunder Generaal-majoor der Cavalerie Harm de Jonge b.d. denkt er net zo over en spreekt nu zelfs van een historische blunder. ,,Vooral omdat het zo ontzettend moeilijk te voorspellen is in wat voor conflict we in de toekomst verzeild kunnen raken. Maar we verwachten wel van onze bondgenoten dat ze ons dan komen helpen met tanks als dat nodig mocht zijn. Daarmee maak je jezelf niet populair.”
Politiek Den Haag had 5 jaar geleden zo zijn eigen gedachten over de Leopards. De tanks zouden uit de tijd zijn, klonk het. Een overblijfsel van de Koude Oorlog. Irrelevant op het slagveld en kwetsbaar bovendien. Allemaal onzin, vindt De Jonge. ,,Maar Defensie had geld nodig en zocht vervolgens naar argumenten om het afstoten van de tanks te rechtvaardigen”, zegt hij.
Slagveld Tanks zijn volgens De Jonge helemaal niet overbodig op het slagveld. En hij staat hierin zeker niet alleen, blijkt uit diverse militaire publicaties die verschenen na het verdwijnen van de tanks. In Irak en Afghanistan hebben ze overduidelijk hun nut bewezen. En het is niet voor niets dat tanks nu worden ingezet in het conflict in Oost-Oekraïne.
Vooral als militairen onder vuur liggen of een doorbraak moet worden geforceerd is de Leopard op zijn best. Het kanon is zo precies dat het tot 3 kilometer afstand nog een militair uit zijn schuttersputje schiet. Vuren is een kwestie van seconden. En onderschat het psychologisch effect niet, doceren militaire kenners. Ze zorgen voor een schokeffect bij de vijand.
Kogelvreters Tegelijkertijd zijn tanks ‘kogelvreters’. Er hangt zoveel staal aan dat soldaten met geweren kunnen schieten wat ze willen. Zelfs de meest gebruikte anti-tankwapens hebben moeite om oprukkende tanks met hun 30 centimeter dikke bepantsering tegen te houden.