Het hek staat in brand. Wie blust?

Door Marc Chavannes 

NRC zaterdag 30 augustus 2014

De aangeklede coalitie is er in pais en vree uitgekomen. De Vijf hebben begroot wat Nederland in 2015 nodig heeft. Prinsjesdag brengt misschien nog een koopkrachtplusje of –minnetje voor deze of gene groep. Maar niemand voorspelt een radicale koerswijziging voor defensie. Wat moet er gebeuren voordat dit land doorkrijgt dat het hek in brand staat?

De wereld had geen vakantie deze zomer. Ongeveer alles wat Instituut Clingendael in juni beschreef om de instabiliteit van de internationale verhoudingen te duiden, liep ietsje verder uit de hand. De opstellers van de Strategische Monitor 2014 zullen met beperkt plezier hebben gezien hoe de diffuse oorlogen in het Midden-Oosten en Oekraïne meer dan volgens plan voortwoekerden. Alleen de MH17 was niet voorzien. Toen werd de oorlog voelbaar.

Het is mooi debatteren over wie wat wanneer in die conflicten slim of verkeerd deed. Feit is dat de wereld aan de grenzen van ‘ons’ Europa op een steeds onoverzichtelijker manier onzeker wordt. Vertrouwde aannames sneuvelen waar je bij staat. Het eeuwige vredegevoel van na de Val van de Muur is omgeslagen in acute onveiligheid. Poetin speelt een harde partij blufpoker met een verward Westen. Het kalifaat schiet met scherp.

De Europese top kan er dit weekeinde niet omheen. De NAVO-top van volgende week zal voor het eerst sinds jaren geen bezigheidstherapie zijn, maar plannen smeden voor een snelle reactiemacht. Opdat iedere potentiële aanvaller van het NAVO-erf gewaarschuwd is. Ferme besluitvorming op die top in Wales zal ongetwijfeld gepaard gaan met een herhaalde, nu acute oproep aan de lidstaten om de collectebus te eren. Niet praten maar dokken.

Behalve de VS (4,1 procent) komen alleen het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Estland en Griekenland in de buurt van de afgesproken bestedingsnorm. Polen en Turkije zitten er dichtbij. De overige NAVO-landen geven (aanzienlijk) minder aan defensie uit dan de afgesproken twee procent van hun bruto binnenlands product. De noodzaak werd binnen de NAVO in 2006 nog eens bevestigd, maar Nederland haalt het percentage al twintig jaar niet meer.

Na alle opeenvolgende bezuinigingen zijn de defensie-uitgaven in Den Haag gezakt tot onder de 1,2 procent, 1,4 procent volgens andere berekeningen. In de 7,6 miljard euro die er in 2014 aan worden uitgegeven, zitten zoveel personeels- en pensioenuitgaven en oneigenlijke kosten zoals die voor de Koninklijke Marechaussee, die de grenzen bewaakt, dat Defensie ook niet toekomt aan die andere NAVO-afspraak: om 20 procent van je begroting te besteden aan nieuw materieel. De reservemagazijnen zijn leeg.

Uit de begrotingsonderhandelingen van de laatste weken is het goede nieuws gelekt dat defensie er wellicht 50 miljoen, volgend jaar oplopend naar 100 miljoen bij krijgt. Iedereen weet dat je daar alleen wat kogels en een paar vlieguren voor kan kopen, maar de positieve spin was: de achteruitgang is gestopt.

Zelfs dat is eigenlijk niet waar. In 2011 voerde het kabinet-Rutte I ingrijpende bezuinigingen door. Er ging 1,3 miljard structureel van de defensiebegroting af. Nederland deed z’n tanks de deur uit. In het licht van het Oekraïne-nieuws van deze week een daad van lichtzinnigheid. De Orion-vliegtuigen waarmee we de zee in de gaten hielden waren al weg. De aankondiging deze week dat Nederland zijn beperkte Patriot-missie in Oost-Turkije niet langer kan volhouden, is er een direct gevolg van. 50 miljoen erbij is ietsje minder minder.

Hoe ver Nederland zich heeft laten terugvallen in het internationale defensiepeloton blijkt uit de vergelijking die het Hague Centre for Strategic Studies van Rob de Wijk maakte. Het Russische budget is sinds 2004 met 108 procent gestegen, dat van China met 107 procent. De meeste West-Europese defensiebegrotingen daalden de laatste tien jaar: Frankrijk min 6,4 procent, Verenigd Koninkrijk min 2,5 procent, Italië min 26 procent, Nederland min 13 procent. Duitsland deed er 3,8 procent bij maar staat op een vergelijkbaar laag percentage van het bruto binnenlandse product.

Wat al die cijfers illustreren, is de oude wetmatigheid dat je wel mooi kan praten maar de harde feiten van je materieel spreken luider. De nieuwe gevaren aan onze oost- en zuidgrenzen zijn niet zomaar te bestrijden door één op één de krijgsmacht van vóór de Val van de Muur terug te kopen. Maar één ding is zeker: in die nieuwe, multipolaire wereld waarin het verschil tussen oorlog en subversieve actie, tussen staten en agressieve bewegingen onhelder is, is er geen enkele aanleiding het slot op de deur te laten verroesten. Hopen op anderen (die bezuinigden) is vergeefs en naïef. Zeker, de 269 miljard die de Europese NAVO-landen aan defensie uitgaven in 2013 (vergeleken met 735 miljard door de VS), zou veel efficiënter besteed kunnen worden als er samen werd gepland en besteld.

Er zit niets anders op dan met man en macht voor die samenwerking te pleiten, project na project, ondanks de nationale industriële belangen. Er van te leren als het slechte helikopters oplevert. Europese defensie moet.

Intussen ontkomt geen Westers land eraan het geld te besteden dat nodig is om de eigen belangen te verdedigen. Amerika is in een zorgwekkende staat van politieke ontbinding en zal minder en minder hier komen klussen. Wat ons resteert is de zekerheid van uiterst gevaarlijke onzekerheid.

Het hek staat in brand. Wie komt blussen? Wij zelf. Het wordt tijd dat de minister van Defensie, het kabinet en het parlement dat eendrachtig en hardop erkennen. En er naar begroten.

Geef een reactie