HERINRICHTING TRADITIEBESTEL CAVALERIE

Een duurzame toekomst voor de cavalerie; samenvoeging van de tankregimenten én aanpassing van het Regiment Huzaren van Boreel

Generaal-majoor Gijs W. van Keulen – Wapenoudste der Cavalerie
Luitenant-kolonel Corstiaan de Haan – Commandant Regiment Huzaren Prins van Oranje

Vrijdag 8 april 2011 was een zwarte dag voor de tankregimenten binnen ons wapen. Nadat al eerder 101 Tankbataljon was opgeheven en in 2007 het Regiment Huzaren Prins Alexander was ontbonden, werd nu de aanstaande opheffing van 11 en 42 Tankbataljon bekend gemaakt. Binnen enkele weken stonden de bataljons stil en begon de uitstroom, waarna in februari 2012 de formele opheffing volgde. Op 16 september 2012 vond op het Lange Voorhout te Den Haag de mooie maar emotioneel beladen ceremonie plaats waarbij het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje werden ontbonden. De standaarden werden gelegen op het frontpantser van een Leopard 2A6 uit de gelederen gereden.

Afb. 01             Tijdens een ceremonie op 16 september 2012 in Den Haag werden de standaarden van het Regiment Huzaren Van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje op het frontpantser van een Leopard-2A6 tank uit de gelederen gereden.

Veteranenzorg en traditiebeleving

Bij deze gelegenheid lichtte Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal De Kruif de reden voor het ontbinden toe. Er was gekozen om de regimenten niet op te heffen maar te ontbinden, zodat ze als traditieverband de zorg voor veteranen en postactieven konden waarborgen in afwachting van een duurzame oplossing. In de jaren die volgden toonden de tankregimenten aan dat de noodzaak voor zorg voor veteranen en postactieven geen loos argument was. Jaarlijks organiseerden de regimentsstaven met hun verenigingen en stichtingen niet alleen de traditionele bijeenkomsten ter gelegenheid van regimentsverjaardagen en herdenkingen, maar ook reünies van de voormalige bataljons en van de missies die deze bataljons hebben uitgevoerd. Onmiskenbaar was echter wel het feit dat ondanks de trouwe opkomst er geen jonge aanwas bij kwam. Dit vormt een bedreiging voor de continuïteit in de nabije toekomst als ook de laatste actief dienenden van deze regimenten de dienst hebben verlaten. Nu niets doen betekent binnen enkele jaren het einde van de tankregimenten en daarmee een einde aan veteranenzorg, traditiebeleving, verbondenheid en kameraadschap. De lijst met de ons ontvallen kameraden, zoals altijd respectvol voorgedragen bij aanvang van evenementen wordt immers langer, getalsmatig worden de opkomsten daardoor lager. Dit terwijl er ook een generatie jonge veteranen van deze regimenten nog decennia onder ons is. Ook zij verdienen een ‘thuis’.

Wapenoudste en regimentscommandanten zijn zich hiervan bewust en hebben een ‘Handlungsbedarf’ onderkend. Enkele jaren geleden is in dit gezelschap, in nauwe samenwerking met luitenant-kolonel titulair Willem Plink gestart met het denkwerk voor een mogelijke aanpassing van ons traditiebestel en regimentsstructuur. Nu doet zich de gelegenheid voor om besluiten te nemen om tot een toekomstbestendige en daarmee duurzame oplossing voor ons traditiebestel te komen.

De eisen van de organisatie om een personeelsbestand goed te beheren en te sturen vragen ook om een heldere indeling van het personeel. De huidige systematiek waarbij juist specialistisch personeel bij verschillende regimenten en korpsen van verschillende wapens is ingedeeld, is derhalve niet langer praktisch. Mede daarom heeft Commandant Landstrijdkrachten besloten het personeel dat werkzaam is binnen de werkvelden inlichtingen, veiligheid, communicatie en engagement onder te brengen in het Wapen van de Informatiemanoeuvre. Het Wapen van de Informatiemanoeuvre zal bestaan uit twee gespecialiseerde korpsen: Inlichtingen & Veiligheid en Communicatie & Engagement.

Regiment Huzaren van Boreel

De formering van het Wapen van Informatiemanoeuvre met de twee korpsen heeft ook gevolgen voor het Regiment Huzaren van Boreel. Daar waar in de laatste jaren personeel werkzaam in het inlichtingenveld werd ingedeeld bij het Regiment Huzaren van Boreel (maar ook bij andere regimenten), zal dit in de toekomst bij het Korps Inlichtingen & Veiligheid zijn. Voor de bij het Regiment Huzaren van Boreel ingedeelde personeel niet-zijnde cavalerie verkenners, bestaat de mogelijkheid te worden heringedeeld bij één van de nieuwe korpsen.

Twee van de acht subeenheden van het Joint Intelligence Surveillance Target Acquisition & Reconnaissance Commando (JISTARC) zijn nu reeds ingedeeld bij het Regiment Huzaren van Boreel (RHB). De overige eenheden zijn elders ingedeeld. De eerste eenheid is het Stafeskadron JISTARC. Dit stafeskadron voert de ‘Trakehner’ in de eenheidsvlag en borgt de nalatenschap van 103 Verkenningsbataljon. De andere eenheid van Boreel is 104 JISTARC Verkenningseskadron. Eerder was 103 JISTARC Verkenningseskadron deel van JISTARC, maar dit eskadron is inmiddels gereorganiseerd tot 11 Brigadeverkenningseskadron. Het Regiment Huzaren van Boreel bestaat in de toekomst dus met de drie brigadeverkenningseskadrons uit vijf actieve eenheden van eskadronsgrootte.

Afb. 02             Het Regiment Huzaren van Boreel bestaat in de toekomst uit vijf actieve eenheden van eskadronsgrootte.

In het plan voor deze herstructurering van het traditiebestel van de Cavalerie speelden de Wapenoudste en de regimentscommandanten een belangrijke rol bij het bepalen van het kader. Hiervoor is de recente historie belangrijk. Met de oprichting van het eerste tankregiment (RHPA) in 1950 was het fenomeen zware cavalerie weer terug binnen de gelederen van de Koninklijke Landmacht. Sinds die tijd ontstond binnen de cavalerie een situatie waarin twee gemeenschappen, de tankers en de verkenners, duidelijk te onderscheiden waren. Dit onderscheid had ook gevolgen voor de loopbaanpatronen, voor het gros van de cavaleristen betekende dit dat ze hun hele militaire loopbaan of verkenner of tanker waren. Voor de tankers hield dat wel in dat de meesten een of meerdere keren dienden bij eenheden van de andere tankregimenten. Dit werkt ook door in de gedeelde ervaring tijdens missies die de basis vormt voor veteranenzorg en -beleving die in de Koninklijke Landmacht bij de regimenten en korpsen berust.

Afb. 03             Cavaleristen van 41 Tankbataljon op het oefenterrein Bergen-Hohne tijdens de Koude Oorlog. De geschiedenis van de drie tankregimenten vertonen veel overeenkomsten en alle tankers delen dezelfde ervaringen. In veel gevallen hebben zij ook bij meerdere tankregimenten gediend.

Eén Tankregiment

Het geformuleerde kader ging daarom uit van het samenvoegen van de tankregimenten tot één regiment waarvan het Nederlandse deel van Panzerbatallion 414 de kern zou gaan vormen. Dit regiment vormt dan de hoeksteen onder ons Wapen die de zware cavalerie vertegenwoordigt. Deze samenvoeging op basis van gelijkwaardigheid resulteert in een regiment dat qua naam en uitmonstering weliswaar nieuw is, maar de tradities van haar drie moederregimenten voortzet en de bestaande traditietaken overneemt en in de toekomst invult. Hiermee is ook de aanwas voor dit regiment gegarandeerd.  Bovendien kunnen eventuele toekomstige ‘zware directe richting-eenheden’ eveneens in dit regiment ‘onderdak’ worden geboden.

Doordat twee van de bestaande regimenten in hun naam al een band met het Koningshuis uitdrukten was het een logische wens dat ook de nieuwe naam de historische verbondenheid van meer dan vier eeuwen tussen het Huis van Oranje-Nassau en de cavalerie zou bestendigen. In overleg met de Traditiecommissie Koninklijke Landmacht (TCKL) en met advies van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) zijn verschillende namen beoordeeld. Als eerste voorkeur is daar uit gekomen Prins Frederik Hendrik. Hij was een van de grondleggers van het Staatse leger en jarenlang aanvoerder van de Staatse cavalerie voor hij Prins Maurits opvolgde als Prins van Oranje, als stadhouder van de soevereine provincies Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel en als opperbevelhebber van het Staatse leger. Op dit moment is er geen vernoeming binnen de KL naar deze belangrijke figuur uit onze militaire historie. Het verzoek om de korpsen van het Wapen van de Informatiemanoeuvre naar de prinsessen Alexia en Ariane te mogen vernoemen bood eveneens de gelegenheid voor de suggestie om het ‘tankregiment’ naar onze Kroonprinses te vernoemen.

Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia

We zijn geweldig trots dat het nieuwe regiment de naam Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia mag dragen. Dit is een uiterst bijzondere situatie waarin met deze naamgeving niet alleen de band met het Koningshuis wordt bestendigd, maar ook hernieuwd. Prinses Catharina-Amalia is immers de eerste prinses die de titel Prinses van Oranje voert. Hiermee werd een nieuwe weg ingeslagen; de titel Prins van Oranje, sinds 1544 verbonden met het Huis van Oranje-Nassau, was tot op heden slechts voorbehouden aan mannelijke troonopvolgers. De naam Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia duidt daarmee niet alleen de nieuwe toekomst van de zware cavalerie, maar daarnaast de moderne benadering van het Koningshuis. Het is voor het samengevoegde zware cavalerieregiment dan ook een bijzondere eer de naam van onze kroonprinses te mogen voeren.

Afb. 04             Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria Prinses van Oranje is de eerste in de lijn van troonopvolging. De Prinses van Oranje is op 7 december 2003 in Den Haag geboren als eerste kind van Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima. (foto RVD – Martijn Beekman).

Het tweede element binnen het door de Wapenoudste en de regimentscommandanten vastgestelde kader was de regimentskleur. Het uitgangspunt dat de regimentskleur niet zou overeenkomen met de bestaande kleuren. Immers een nieuwe naam met een ‘oude’ kleur van een van de drie regimenten zou naar verwachting tot (extra) reuring kunnen leiden, die vermijdbaar is. Dit leidde tot een onderzoek van onze rijke cavaleriehistorie om zo het nieuwe regiment een eigen identiteit te geven. Alhoewel van 1866 tot 1940 de cavalerie alleen de kleuren rood en blauw kende, heeft onze eerdere geschiedenis een bont palet aan kleuren die de cavalerieregimenten in het veld duidelijk herkenbaar maakten. Naast de sinds 1951 in gebruik zijnde huidige kleuren waren dat onder meer geel, roze, bordeauxrood, groen, lichtgroen, zwart en lichtblauw. Deze laatste kleur, lichtblauw, heeft ook een symbolische betekenis waarbij het blauw staat voor staal, net als wit de aanduiding is voor zilver en geel zo goud verbeeldt.

Staal dat staat voor de sabels van toen en het pantser van nu. (zie ook ons Huzarenlied: ‘een zwaard van staal gesmeden’). In historische zin is het een kleur verbonden aan de zware cavalerie. Van de vele karabiniers-, kurassiers- en dragonderregimenten die in onze historie voorkomen, hebben er verschillende de kleur lichtblauw gevoerd. Zowel het door het NIMH uitgegeven boekwerk over Nederlandse militaire uniformen als de door Peter de Haas voor het Museum Nederlandse Cavalerie vervaardigde aquarellen laten dit zien.

Afb. 05             Van de vele karabiniers-, kurassiers- en dragonderregimenten die in onze historie voorkomen, hebben er verschillende de kleur lichtblauw gevoerd. Hier het Lijfregiment Karabiniers Oranje Friesland 1787-1791. (aquarel P.J. de Haas).

In het onderzoek naar de kleur kwam ook nog iets bijzonders aan het licht. In januari 1946 heeft de bekende ontwerper Frans Smits in opdracht van de traditiecommissie een aantal ontwerptekeningen gemaakt voor nieuw op te richten regimenten. Op dat moment werd nog helemaal niet gedacht aan traditievoortzetting, in april 1946 zou een groot deel van de sinds juli 1940 ontbonden regimenten, waaronder 1, 2, 3 en 4 Regiment Huzaren worden opgeheven. Het beeld dat toen leefde voorzag in een moderne cavalerie bestaande uit gepantserde verkenners en tanks. De tekeningen laten dan ook emblemen zien voor het 1e Verkenningsregiment en het 1e Vechtwagenregiment, waarbij vechtwagen de Nederlandse benaming is voor tank. De randkleuren die werden vastgesteld waren donkerblauw voor het verkenningsregiment en lichtblauw voor het tankregiment. Alleen het 1e Verkenningsregiment is daadwerkelijk opgericht en werd in februari 1947 het Regiment Huzaren van Boreel. Het is dan ook bijzonder toepasselijk dat, nu bijna 75 jaar later de cavalerie de toekomst ingaat met een verkenningsregiment en een tankregiment, dit laatste regiment de kleur voert van het nooit gerealiseerde eerste Nederlandse tankregiment. Op voorstel van de Wapentraditieraad Cavalerie is door de TCKL daarom de kleur lichtblauw vastgesteld als de kleur voor het regiment. Omdat de Nederlandse krijgsmacht in haar officiële kleuren al de kleurbenaming lichtblauw voert, die overigens donkerder is dan de kleur voor het tankregiment, wordt de benaming ‘hemelsblauw’ (bleu du ciel). Dit is de oude benaming voor deze uniformkleur.

Bij onze regimenten, die allen Sint Joris als embleem op het uniform dragen, is het vanaf de oprichting na WO II gebruikelijk om de regimentsidentiteit door een separaat regimentsembleem uit te dragen. Uiteraard krijgt in deze traditie ook het Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia een onderscheidend regimentsembleem. Twee van de tankregimenten waren al vernoemd naar een lid van het Koninklijk Huis. Het embleem van het Regiment Huzaren Prins van Oranje is zelfs een regelrechte kopie van het embleem dat de latere Koning Willem II als Prins van Oranje voerde. Dit embleem is destijds vanuit het Koninklijk Huis Archief beschikbaar gesteld. Logischerwijs is ook voor het nieuwe regimentsembleem advies gevraagd. Het uiteindelijk ontwerp is een combinatie van traditionele cavalerie elementen met elementen die de band met het Huis van Oranje benadrukken, een band die veel verder teruggaat dan het Koninkrijk der Nederlanden. Om het onderscheid te benadrukken tussen de huidige stijl van het monogram waar het Militaire Huis van Z.M. de Koning aan te herkennen is, viel voor het monogram ‘C-A’ de keuze op de stijl die onder Koning Willem I gebruikelijk was.

Afb. 06             Het nieuwe regimentsembleem Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia.

Dit is een eenvoudig maar sierlijk lettertype, gedekt door een Prinsenkroon. Herkenbaar cavalerie-element is de combinatie van lauwertak en eikentak. Deze wordt omlijst met een banderol met het devies PRO REGE, LEGE ET GREGE (Voor Koning, Wet en Volk). Dit devies is afgeleid van het pamflet waarmee Willem van Oranje in 1568 opriep te protesteren tegen de wijze waarop Spanje bewind voerde over de Nederlanden. Van dit devies zijn verschillende volgorde variaties bekend. De keuze voor deze volgorde verwijst ook naar de afgelegde eed of belofte (Ik zweer/beloof trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wetten) en is ook de volgorde die op de vaandels stond tijdens de eerste gevechten in de Tachtigjarige Oorlog. Dit devies benadrukt niet alleen de band tussen het Huis van Oranje en de cavalerie, maar verwijst daarmee ook naar de eerste oorlog waarin de Nederlandse cavalerie is ingezet.

Het Regiment Huzaren van Boreel blijft de andere hoeksteen onder het Wapen der Cavalerie en vormt de belichaming van de traditionele lichte cavalerie. Haar taken concentreren zich rond de diverse vormen van verkenning, waaraan ook in de toekomst behoefte blijft. Ondanks alle nieuwe middelen blijven ook ‘ogen en oren op de grond’ een belangrijk element in de organisatie van een modern leger. Ook in het recente verleden zijn er voorbeelden waarin de klassieke verkenners door lef en vakmanschap moderne high tech methoden wisten af te troeven. Zo lang er ‘boots on the ground’ worden ingezet zal er vraag blijven naar vakkundige verkenningscapaciteit. Het Regiment Huzaren van Boreel heeft getoond dit op hoog niveau te kunnen leveren. Met haar tradities die teruggaan op de oudste huzarenregimenten (Korps Huzaren van Van der Hoop 1787 en het Korps Huzaren van de Rhijngraaf van Salm 1784) vormt het Regiment bij uitstek de drager van de lichte cavalerietraditie.

Afb. 07             Het Regiment Huzaren van Boreel vormt de belichaming van de traditionele lichte cavalerie. Haar taken concentreren zich rond de diverse vormen van verkenning, waaraan ook in de toekomst behoefte blijft.

Ons Wapen der Cavalerie zal voortaan bestaan uit een tweetal regimenten:

Het Regiment Huzaren van Boreel

Dit regiment (lichte cavalerie), als oudste nog bestaande cavalerieregiment onder het Koninkrijk, blijft verbonden aan de traditionele rol van verkenning. Het zal bestaan uit de volgende eenheden:

  • 11 Brigade Verkenningseskadron (is uit 103 JISTARC Verkenningseskadron gevormd)
  • 42 Brigade Verkenningseskadron
  • 43 Brigade Verkenningseskadron
  • 104 JISTARC Verkenningseskadron
  • 101 JISTARC Stafeskadron

Het Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia

Dit regiment (zware cavalerie) is de samenvoeging van de bestaande tankregimenten en is een tankregiment aangevuld met de traditie-eenheden.

  • Het Nederlandse deel van Panzerbataillon 414
  • Cavalerie Ere-Escorte
  • Fanfare Bereden Wapens

De traditie-eenheden, in dit geval de muziek en het Escorte, worden ingedeeld bij het regiment zware cavalerie in lijn met het uitgangspunt van de TCKL dat bij de reorganisatie in 2005 werd geformuleerd. Dit behelst dat het regiment met de (1.) oudste en (2.) langste traditie op dat gebied in aanmerking komt om traditie-eenheden zoals een orkest op te nemen. Ter illustratie: bij de formering van het FBW in 2005 ging de primaire indeling naar de cavalerie en niet naar de artillerie en binnen de cavalerie naar het Regiment Huzaren van Sytzama dat als eerste na 1815 over een bereden orkest beschikte. Met de formering van het samengevoegde regiment worden de traditie-eenheden op deze grondslag ingedeeld.

Afb. 08             Door de samenvoeging maken alle leden van de tankregimenten Regiment Huzaren van Sytzama (RHS), Regiment Huzaren Prins van Oranje (RHPO) en Regiment Huzaren Prins Alexander (RHPA) automatisch deel uit van het nieuwe Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia (RHPCA).

Individuele cavalerist

Voor de individuele cavalerist heeft dit uiteraard gevolgen. Door de samenvoeging maken alle leden van de regimenten RHS, RHPO en RHPA automatisch deel uit van het nieuwe regiment. Voor de oudgedienden verandert er niets, zij behouden hun oorspronkelijke kleur maar zijn ook lid van het nieuwe regiment. Voor de actief dienende militairen betekent dit dat zij de uitmonstering van het nieuwe regiment gaan dragen (met een overgangstermijn om dit logistiek uit te voeren). Voor de eenheden die onder het nieuwe regiment vallen geldt dat personeel van oorsprong al ingedeeld bij de tankregimenten overgaat naar het nieuwe regiment en personeel van origine van RHB voor de duur van de plaatsing bij deze eenheid de uitmonstering van het nieuwe regiment draagt. Dit is de regeling zoals die in het verleden ook al gold toen de cavalerie nog meerdere bataljons telde.

De verenigingen en stichtingen verbonden aan de huidige tankregimenten, die een essentiële taak hebben in de zorg voor de veteranen en oudgedienden, zullen de komende tijd overleg voeren over de beste wijze waarop de toekomst kan worden ingevuld. Een ding is zeker, de bijeenkomsten gerelateerd aan de oorspronkelijke regimenten, hun voormalige bataljons en de uitgevoerde missies zullen onverminderd doorgaan binnen het raamwerk van het nieuw op te richten regiment. Er is een overgangstermijn voorzien van een jaar, te rekenen van de formele samenvoeging van RHS, RHPO en RHPA en de oprichting van RHPCA. De oprichting van RHPCA vindt plaats op 20 november 2020. De overgang van de drie bestaande regimenten in het nieuwe regiment wordt gecoördineerd door een projectorganisatie. U begrijpt dat dit de nodige praktische voeten in aarde heeft. Zo zal er een Koninklijk Besluit nodig zijn, een nieuwe standaard, aanpassing van de financiële regelingen, nieuwe uniform uitmonstering, enzovoorts.

Afb. 09             Jonge veteranen tijdens de jaarlijkse Veteranendag in Den Haag. Veteranenzorg en traditiebeleving: het vuur voor identiteit, verbondenheid en traditiebeleving wordt bij de herinrichting traditiebestel Cavalerie zo doorgegeven, dat het voor de toekomst is geborgd.

De optie ‘niets doen’ en onze tradities, veteranenzorg en kameraadschap binnen de tankregimenten verloren te zien gaan, past niet in ons cavaleriehart. Flexibel aanpassen van structuren in onze traditiebeleving is van alle tijden. Door nu door te pakken, kunnen we onze gekoesterde waarden, zorg voor elkaar en vriendschap voor de toekomst borgen. Met het formeren van het Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia is de toekomst van de tradities van de zware cavalerie zeker gesteld en de zorg voor de veteranen en oudgedienden van de zware regimenten ook voor de komende decennia gegarandeerd. Daarnaast blijft ons Regiment Huzaren van Boreel een trots regiment boordevol tradities en zorg voor onze cavalerie verkenners. We danken dit regiment daarnaast voor het recent bewaren van de ‘tank’ tradities, het wakend oog over de Fanfare Bereden Wapens en Cavalerie Ere- Escorte en ondersteuning van de jaarlijkse herdenkingen van de drie tank regimenten.

 

Uw Wapenoudste en de nu nog vier regimentscommandanten houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen. Op naar een gezamenlijke toekomst!

 

 

Geef een reactie