Herdenking Gevallenen Cavalerie 2017
Toespraak door de Wapenoudste der Cavalerie, generaal-majoor G.W. van Keulen, tijdens de Herdenking Gevallenen Cavalerie op 3 mei 2017 te Amersfoort.
Geachte aanwezigen,
Hier en nu herdenken wij onze gevallenen van de Cavalerie. En natuurlijk doen we dat op deze locatie rondom ons Monument Gevallenen Cavalerie. Het sculptuur, tonend twee cavaleriesabels gekruist – uitbeeldend de wil om de strijd aan te gaan voor Vrede en Gerechtigheid – werd hier onthuld in 1984. De namen van de gevallen kameraden staan niet op het monument maar staan vermeld in het register, in te lezen in het Museum. Tevens is de plaquette van de in 1940 tot 1950 gevallen leerlingen van de SROC bijgeplaatst in het monument. Ruim vijftig namen: een bijzonder gedenkteken.
Op de voet van het monument met de sabels staat VOOR DE GEVALLENEN DER CAVALERIE. Dus voor ALLE gevallenen van ons Wapen sedert het oprichten van ons Koninkrijk. Dat wil zeggen sinds de bevrijding van de Franse overheersing. En dan denken wij aan onze gevallenen van:
De slag bij Quatre Bras en Waterloo in 1815
De Belgische opstand 1830
Nederlands Oost- Indië 1815 – 1940
De Tweede wereldoorlog
Nederlands-Indië 1945 – 1950
Alle vredesmissies sedert 1945
Op veel locaties in Nederland en België treffen wij monumenten en plaquettes met een verwijzing naar gesneuvelde Cavaleristen aan. Soms zijn de namen vermeld. Enkele bekende plaatsen zijn:
Quatre Bras, Voorthuizen, Nijkerk, Leusden, Breda, Voorburg, Delft, ’s Gravenhage, Rotterdam Overschie, Wassenaar.
Op meer dan 150 monumenten worden Cavaleristen en/of Cavalerie-eenheden vermeld. Daarbij zijn niet inbegrepen die monumenten, die de laatste jaren in gemeenten worden opgericht voor inwoners, die in 1945-1950 in Nederlands-Indië omkwamen. De namen van onze gevallenen uit Nederlands Indië zijn hier achter mij – op de plaquettes – expliciet vernoemd, omdat de gang naar de oorlogsbegraafplaatsen in Indonesië niet voor iedereen is weggelegd en er bij de veteranen grote behoefte bestond om hier, rondom een tastbare herinnering, hun kameraden te herdenken.
Ditzelfde was het gevoel wat zich in toenemende mate ontwikkelde bij veteranen en familie van gevallenen tijdens vredesoperaties sedert 1945. Ook daar geldt immers dat de plaats van sneuvelen – altijd ver verwijderd van Nederland – niet makkelijk toegankelijk is.
Daarom hebben we dit monument uitgebreid met een sculptuur dat die vredesoperaties uitbeeldt – een gestileerde wereldbol welke symboliseert dat Nederlandse militairen en dus ook cavaleristen overal ter wereld worden ingezet. Velen aanwezig vandaag hebben op vele plaatsen in de wereld ons land gediend. Maar ook velen zijn niet aanwezig vandaag, niet hier en niet bij hun families, juist omdat zij nu ergens in de wereld zijn ingezet voor vrede en veiligheid. Laten we vandaag ook in gedachten bij hen zijn en hen succes wensen in de missies en een veilige terugkeer na de inzet toewensen.
42 Brigade Verkenningseskadron is nu ingezet in Mali als onderdeel van de zogenaamde Long Range Reconnaissance Task Force en 43 Brigade Verkenningseskadron is ingezet als Force Protection Eenheid in Noord Afghanistan. 11 Brigade Verkenningseskadron is op 20 april teruggekeerd van hun inzet in Mali. Maar ook de cavalerie eenheden van JISTARC zijn altijd op uitzending. Analisten van 106 Inlichtingen-eskadron, Human Intelligence Operators van 105 Field Humint Eskadron (beide Boreel eenheden) zijn op uitzending naar Mali, maar nemen ook deel aan Operatie Atalanta voor de kust bij Somalië en aan de missie in Irak. Daarnaast zijn er op dit moment diverse Cavaleristen individueel uitgezonden, waaronder de RegimentsAdjudant en Standaarddrager van het Regiment Huzaren van Boreel Adjudant Mike Helms naar Irak. De RegimentsAdjudant en Standaarddrager van het Regiment Huzaren Prins Alexander, Adjudant Richard van Laar, is net teruggekeerd uit Irak. Fijn dat je weer in ons midden bent.
Vorig jaar is bij deze Dodenherdenking herinnerd aan Reserve Tweede Luitenant Maduro opgeleid op de School voor Reserve Officieren Cavalerie. Dit jaar herinner ik in mijn toespraak aan de Tweede Wereldoorlog en de Prinses Irenebrigade. Na een vijfdaagse strijd capituleerde de Nederlandse Krijgsmacht op 14 mei 1940. Ruim duizend militairen wisten Engeland te bereiken, waaronder zo’n 70 officieren. Zij vormden de aanzet voor een Nederlandse Strijdmacht in Groot Brittannië. Later voegden zich daar bij de Engelandvaarders, die met succes vanuit het bezette Vaderland de gevaarlijke en risicovolle tocht overzee, over land of zelfs door de lucht hadden ondernomen. De derde component werd gevormd door Nederlanders die bij het uitbreken van de oorlog in den vreemde verbleven. Sommigen meldden zich vrijwillig, de OVW-ers (oorlogsvrijwilligers). Anderen, verblijvende in Engeland, de VS en Canada in de leeftijd van 19 tot en met 35 jaar werden door de Regering-in-ballingschap in dienst geroepen. Zo werd een Detachement Koninklijke Nederlandsche Troepen geformeerd. De naam werd gewijzigd in Nederlandsch legioen, naar het Engelse foreign legion. De militairen kwamen uit 27 landen en spraken 24 verschillende talen. Daar moest een eenheid van gesmeed worden. Er werd besloten te komen tot de vorming van een Brigade welke de naam zou dragen van Prinses Irene, geboren in 1939 en petekind van de landmacht: De Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene. Op 27 augustus 1941 reikte H.M. Koningin Wilhelmina het vaandel uit.
6 juni 1944 was D-day. De grootste amfibische invasie ooit was begonnen. De eerste bruggenhoofden in Normandië werden veroverd. Op 8 augustus kwam de hoofdmacht van de Brigade aan. De staf en de Verkenningsafdeling kwamen aan land bij Courseulles. Ook van oorsprong Cavaleristen maakten deel uit van de Brigade, een aantal in leidinggevende posities. Twee van hen zijn om het leven gekomen.
De Reserve Eerste Luitenant Havelaar. Een groep onder zijn commando trok op 25 november 1944 bij Colijnsplaat, Noord-Beveland ten strijde tegen een dertigtal Duitsers die met een boot waren geland met het voornemen de afwateringssluis te vernietigen, om zo het eiland onder water te zetten, de mannelijke bevolking in de kerk samen te drijven en vervolgens de kerk op te blazen.
Havelaar en zijn mannen konden dit voorkomen, ook al moest Havelaar dit met de dood bekopen. Een monument te Colijnsplaat herinnert aan dit dappere optreden. Na de oorlog werd luitenant Havelaar vanuit Colijnsplaat bijgezet in het familiegraf in Ridderkerk. Luitenant Havelaar wordt op 18 mei aanstaande herbegraven op Colijnsplaat onder begeleiding van fuseliers van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene.
Op 13 maart 1945 zette koningin Wilhelmina voor het eerst weer voet op Nederlandse grond. Het zuiden van het land was op dat moment al bevrijd door de geallieerden. Bij het dorpje Eede op de Belgische grens stak zij over naar Nederland. Omdat er geen duidelijke grens was en geen verf om een grens te tekenen, werd er een streep van meel op de weg gelegd waar Wilhelmina overheen kon stappen. 15 en 16 maart bezocht de Koningin Walcheren en de Irene Brigade. Drie dagen daarvoor beschoot Duitse Artillerie nog het strand bij Vrouwenpolder.
De dag na het Koninklijke bezoek, op 17 maart 1945 kwam op Walcheren de Adjudant Wieringa door een ongeval met Duitse munitie om het leven.
Na de oorlog, op 13 juli 1945 werd door Prins Bernhard de Militaire Willems-Orde gehecht aan het vaandel van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene. Overigens wordt het 17e Pantserinfanteriebataljon en het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene de laatste jaren gecommandeerd door van origine Cavaleristen. De voorlaatste commandant was luitenant-kolonel Nico Boom van het Regiment Huzaren Prins Alexander. Ook hij is net teruggekeerd van een missie uit Irak en de huidige commandant is luitenant-kolonel Haran Gorissen, van origine van het Regiment Huzaren van Sytzama en later van Boreel.
De kernwaarden van de Koninklijke Landmacht zijn Moed, Toewijding en Veerkracht. Dit zijn de waarden die wij uitdragen en trainen … en waar we ons krachtig aan verbinden: van jonge huzaar tot generaal, niemand uitgezonderd. Dit moeten wij zijn. Dit zijn ook de kernwaarden die karakteristiek waren voor onze voorgangers. Laten zij een voorbeeld voor ons zijn en blijven. Wij gaan door waar anderen moeten stoppen. Dat deden zij destijds en dat doen wij nog steeds.
Vrede en vrijheid zijn niet gratis. Vrede en vrijheid zijn fragiele verworvenheden. We zien en voelen dit iedere dag en steeds dichterbij. Aanslagen op onschuldige burgers in diverse landen om ons heen, concrete dreiging op de noord en oostflanken van de NAVO, een sterker wordend Rusland met Putin aan de macht, die niet aarzelt alle middelen in te zetten die hem ter beschikking staan voor het bereiken van in zijn ogen legitieme doelstellingen. De strijd in Syrië met grote belangen van veel partijen, forse retoriek in Noord-Korea en bovendien de grote migratiestromen van de laatste jaren. De wereld lijkt in toenemende mate onzeker, onveilig en ook onvoorspelbaar.
Vrede en vrijheid is iets dat we bevechten en verdedigen, iets dat we bewaren en koesteren, iets dat we iedereen moeten gunnen. Door tijdens deze dodenherdenking stil te staan bij onze gevallenen en hen te gedenken geeft het ons ook kracht. Want die instelling die zij toen toonden, is naar mijn mening niet erg verschillend van die van ons. En nu richt ik mij tot de ingedeelde militairen. Ook u heeft een keuze gemaakt voor een beroep waar het uiterste van u wordt gevraagd, wanneer u opdracht krijgt te worden ingezet. Soms binnen 24 uur en totaal onverwacht en ver weg in een onzekere situatie en misschien wel in enkele uren ergens in Nederland als onze vrijheid en veiligheid hier en nu in het geding is.
Oorlog, terreur, onderdrukking en angst worden dan ineens zeer tastbaar en dichtbij. Wij moeten er altijd gereed voor zijn. Mentaal en fysiek inzetbaar. In de huidige bewoordingen: de skills en drills dienen altijd op orde te zijn. Daar moeten we voor trainen. Velen van u hebben die momenten van spanning en levensbedreiging al meegemaakt in recente uitzendingen of voor een enkeling tijdens inzet al wat langer geleden. De medailles en gevechtsinsignes, die U met trots draagt, getuigen daar van. Door ons te verdiepen in de collega’s die ons voorgingen, putten wij kracht en energie om zelf door te gaan, ook als het moeilijk is én juist als het moeilijk is. Dáárom zijn herdenkingen als deze zo belangrijk en waardevol. Met respect en dankbaarheid gedenken wij ALLE gevallenen op deze wijze. Met het respect wat hen toekomt en zodat zij niet vergeten raken. Opdat ook wij verder kunnen gaan.
Ik dank u voor uw aandacht.
Foto’s : Dennis Boom