Op 4 mei 2018 vond op de Bernhardkazerne in Amersfoort de herdenking gevallenen Cavalerie plaats. De Wapenoudste der Cavalerie, de generaal-majoor G.W. van Keulen, bracht daar de volgende speech ten gehore:
Geachte aanwezigen, hier en nu herdenken wij onze gevallenen van de Cavalerie. Fijn, dat ook nabestaanden van gesneuvelden, die ik later in mijn betoog noem, vandaag in ons midden zijn. Natuurlijk herdenken we vandaag op deze locatie rondom ons Monument Gevallenen Cavalerie. Het sculptuur, tonend twee cavaleriesabels gekruist – uitbeeldend de wil om de strijd aan te gaan voor Vrede en Gerechtigheid – werd hier onthuld in 1984. De namen van de gevallen kameraden staan niet op het monument maar staan vermeld in het register, in te lezen in het Museum. Tevens is de plaquette van de in 1940 tot 1950 gevallen leerlingen van de SROC bijgeplaatst in het monument. Ruim vijftig namen: een bijzonder gedenkteken.
Op de voet van het monument met de sabels staat VOOR DE GEVALLENEN DER CAVALERIE. Dus voor ALLE gevallenen van ons Wapen sedert het oprichten van ons Koninkrijk. Dat wil zeggen sinds de bevrijding van de Franse overheersing. En dan denken wij aan onze gevallenen van:
De slag bij Quatre Bras en Waterloo in 1815
De Belgische opstand 1830
Nederlands oost- Indië 1815 – 1940
De Tweede Wereldoorlog
Nederlands – Indië 1945 – 1950
Alle vredesmissies sedert 1945.
Op veel locaties in Nederland en België treffen wij monumenten en plaquettes met een verwijzing naar gesneuvelde Cavaleristen aan. Soms zijn de namen vermeld. Op meer dan 150 monumenten worden Cavaleristen en/of Cavalerie-eenheden vermeld. Daarbij zijn niet inbegrepen die monumenten, die de laatste jaren in gemeenten worden opgericht voor inwoners, die in 1945-1950 in Nederlands-Indië omkwamen.
De namen van onze gevallenen uit Nederlands Indië zijn hier achter mij – op de plaquettes – expliciet vernoemd, omdat de gang naar de oorlogsbegraafplaatsen in Indonesië niet voor iedereen is weggelegd en er bij de veteranen grote behoefte bestond om hier, rondom een tastbare herinnering, hun kameraden te herdenken.
Ditzelfde was het gevoel wat zich in toenemende mate ontwikkelde bij veteranen en familie van gevallenen tijdens vredesoperaties sedert 1945. Ook daar geldt immers dat de plaats van sneuvelen – altijd ver verwijderd van Nederland – niet makkelijk toegankelijk is.
Daarom hebben we dit monument uitgebreid met een sculptuur dat die vredesoperaties uitbeeldt – een gestileerde wereldbol welke symboliseert dat Nederlandse militairen en dus ook cavaleristen overal ter wereld worden ingezet. Velen aanwezig vandaag hebben op vele plaatsen in de wereld ons land gediend.
Maar ook velen zijn niet aanwezig vandaag, niet hier en niet bij hun families, juist omdat zij nu ergens in de wereld zijn ingezet voor vrede en veiligheid. Laten we vandaag ook in gedachten bij hen zijn en hen succes wensen in de missies en een veilige terugkeer na de inzet toewensen.
Vorig jaar heb ik bij deze Dodenherdenking herinnerd aan de Tweede Wereldoorlog, de Prinses Irenebrigade en de Cavaleristen dienend in deze brigade die in de oorlog zijn gesneuveld.
Tijdens deze herdenking schenk ik aandacht aan de gevallenen in de periode 1940-1950 opgeleid aan School Reserve Officieren Cavalerie.
Het is dit jaar een eeuw geleden dat op last van de Inspecteur der Cavalerie, de Generaal Piepers een school voor verlofsofficieren werd opgericht, de School Reserve Officieren Cavalerie.
De eerste commandant was de Ritmeester Blussé van Oud-Alblas. Zijn selectiemethode voor nieuwe leerlingen was nogal onorthodox, een partijtje schermen met de schoolcommandant. Beoordeeld werd op houding, reactievermogen, inzet, vechtlust enz. De opleiding was Spartaans, zoals blijkt uit overgeleverde brieven en biografische herinneringen.
Een bijzonder instituut waar jonge mannen, in vervolg op hun opvoeding thuis werden gevormd tot militair, meer in het bijzonder tot Cavalerist, opgeleid om een peloton Huzaren te commanderen.
Wie vrede wil, dient zich voor te bereiden op oorlog. Tweeëntwintig jaar na de oprichting van de school brak zo’n oorlog uit. Vele oud-leerlingen zijn de strijd aangegaan, op verschillende wijzen, op verschillende fronten. Drieënvijftig van hen lieten het leven in de jaren 1940-1949; dat is bijna 12% van alle leerlingen uit de jaren 1918-1940.
Voor hen is een monument opgericht dat zich, na enige omzwervingen thans hier achter mij bevindt. Opgericht op initiatief van de Oud Reserve Majoor Jonkheer van Weede, oud voorzitter van de Vereniging Officieren Cavalerie.
In de strijd tegen de overweldiger sneuvelden in de meidagen van 1940 tien oud leerlingen.
Zo vielen de Ritmeester de Vries en de Kornet Rink in de felle strijd bij Achterveld en de Eerste Luitenant Jacob te Dordrecht.
Tijdens de oorlog in de Pacific viel in 1942 de Tweede Luitenant Jhr Quintus door vijandelijk vuur bij Buitenzorg en kwam de Eerste Luitenant J.W. Kranenburg in november 1943 om toen het Japanse schip waarop hij als krijgsgevangene werd vervoerd werd getorpedeerd.
De Eerste Luitenant Baron van Dedem overleed in mei 1945 als krijgsgevangene door algehele uitputting en dysenterie in een jappenkamp.
De Eerste Luitenant Welter werd op 15 mei 1945 ter dood veroordeeld wegens hulpverlening aan de vijand en spionage en nog dezelfde dag onthoofd.
De Tweede Luitenant d’Iranyi werd in oktober 1945 vermoord door opstandelingen.
Het nationaal comité 4 en 5 mei heeft 2018 uitgeroepen tot het Jaar van Verzet. Ook oud-leerlingen SROC namen hier in ons land deel aan het verzet. Zeven overleden in een concentratiekamp, vijf werden er gefusilleerd en de Oud Res Eerste Luitenant van Sytzama werd op gruwelijke wijze vermoord.
Twee leden van de Ordedienst, de Kornet Dudok van Heel en de Wachtmeester Fauchy werden gefusilleerd.
De Korporaal Lordens was als student betrokken bij de verbranding van de studentenadministratie in het Universiteitsgebouw Utrecht toen Arbeitseinsatz voor studenten dreigde. Hij speelde een belangrijke rol bij het Kindercomité dat Joodse kinderen, ontvoerd uit Amsterdam, elders onderbracht. Ook was hij betrokken bij de oprichting van de toen illegale uitgeverij De Bezige Bij. Hij speelde bovendien een belangrijke rol bij de Dutch-Paris ontsnappingslijn. Uiteindelijk werd hij te Hasselt, België gearresteerd en op de vlucht doodgeschoten.
De Eerste Luitenant Dobbelman stond op een lijst van personen met ‘deutschfeindlich’ gedrag en werd in de deuropening van zijn huis, toen hij keek wie daar aanbelde vermoord als represaille. Slachtoffer van de beruchte Silbertannemoorden.
Een aantal Oud Leerlingen wilde zich aansluiten bij de geallieerde troepen en poogde Engeland te bereiken. Zij behoren tot de zo genoemde Engelandvaarders.
De Tweede Luitenant Jacobson verdronk op de Noordzee. De Eerste Luitenant-vlieger Ruys de Perez werd op zee gevangen genomen, ter dood veroordeeld en gefusilleerd. De Tweede Luitenant Maduro (posthuum RMWO) werd door verraad in België gevangen genomen en stierf in Dachau.
Ook de Kornet du Pon werd gevangen genomen en kwam in Duitsland om bij een geallieerd bombardement. De Eerste Luitenant de Stoppelaar overleed in Sachsenhausen aan uitputting. De Wachtmeester Berger haalde Engeland en monsterde aan op het stoomschip Tsjisalak, dat vervolgens door een Japanse onderzeeboot tot zinken werd gebracht.
Na de invasie van Normandië sneuvelde de Engelandvaarder, de Eerste Luitenant Havelaar bij de bevrijding van Zeeland. Hij diende toen bij de Prinses Irene Brigade waarbij hij in Engeland dienst had genomen. Een monument op de kerk van Colijnsplaat herinnert aan het optreden van zijn groep die onderwaterzetting van de polder en een ramp voor de bevolking heeft voorkomen.
Een aantal oud leerlingen trad toe tot de in september 1944 opgerichte Binnenlandse Strijdkrachten onder commando van de Kolonel Koot. Drie van hen kwamen om; de Wachtmeester Jhr de Beaufort bij Leersum, de Kornet Santman in Hengelo en de Korporaal Wessel in Utrecht.
Zoals wellicht bekend voltooiden de twee laatste SROC klassen van vóór de oorlog de opleiding niet ten gevolge van de mobilisatie of het uitbreken van de oorlog. Eén van hen, de Wachtmeester Vlielander Hein sneuvelde in de meidagen, de anderen werden gedemobiliseerd als korporaal of wachtmeester.
Na de capitulatie van Japan in augustus 1945 werden vele Cavalerie-eskadrons naar de Oost gezonden om in Nederlandsch-Indië ‘Orde en Vrede’ te brengen. Negen reserve-officieren keerden niet terug. Eén overleed bij een noodlottig ongeval, twee bezweken aan hun in de strijd opgelopen verwondingen, zes vielen in de strijd.
Op het monument staat boven de lange lijst met namen dat zij allen hun leven gaven voor Koningin en Vaderland.
Tweeënvijftig namen worden vermeld. De naam van de oud leerling Van Stolk ontbreekt. In mei 1940 was hij Wachtmeester (klas 23 SROC) . In januari 1941 vertrok hij naar Engeland waar hij ruim twee jaar later in februari 1943 aankwam. In Australië werd hij opgeleid voor het Binnenlands Bestuur van Nederlands-Indië en in augustus 1945 aangesteld als Res. Tweede Luitenant der Infanterie speciale diensten KNIL en ingedeeld bij de Allied Military and Civil Administration Board.
De Luitenant van Stolk kwam om te Singapore op 18 april 1946.
Tijdens de reünie van de School in september zal zijn naam worden bijgeschreven.
Ook vandaag zal ik samen met de oud-school-commandanten de luitenant-kolonels buiten dienst Eleveld en Alexander bij het SROC-monument een krans leggen.
De kernwaarden van de Koninklijke Landmacht heden ten dage zijn Moed, Toewijding en Veerkracht. Dit zijn de waarden die wij uitdragen en trainen en waar we ons krachtig aan verbinden: van jonge huzaar tot generaal, niemand uitgezonderd. Dit moeten wij zijn.
Dit zijn ook de kernwaarden die karakteristiek waren voor onze voorgangers. Laten zij een voorbeeld voor ons zijn en blijven. Wij gaan door waar anderen moeten stoppen. Dat deden zij destijds en dat doen wij nog steeds.
Vrede en vrijheid zijn niet gratis. Vrede en vrijheid zijn fragiele verworvenheden. We zien en voelen dit iedere dag en steeds dichterbij.
Aanslagen op onschuldige burgers in diverse landen om ons heen, concrete dreiging op de noord en oostflanken van de Navo, een steeds sterker wordend Rusland met Putin aan de macht, die niet aarzelt alle middelen in te zetten die hem ter beschikking staan voor het bereiken van in zijn ogen legitieme doelstellingen. De strijd in Syrië met grote belangen van veel partijen, forse retoriek in Noord-Korea, geregeld ook forse taal in de Verenigde Staten, en bovendien de grote migratiestromen van de laatste jaren. De wereld lijkt in toenemende mate onzeker, onveilig en ook onvoorspelbaar.
Vrede en vrijheid is iets dat we zonodig bevechten en verdedigen, iets dat we bewaren en koesteren, iets dat we iedereen moeten gunnen. Door tijdens deze dodenherdenking stil te staan bij onze gevallenen en hen te gedenken geeft het ons ook kracht. Want die instelling die zij toen toonden, is naar mijn mening niet erg verschillend van die van ons. En nu richt ik mij tot de ingedeelde militairen. Ook u heeft een keuze gemaakt voor een beroep waar het uiterste van u wordt gevraagd, wanneer u opdracht krijgt te worden ingezet.
Soms binnen 24 uur en totaal onverwacht en ver weg in een onzekere situatie en misschien wel in enkele uren ergens in Nederland als onze vrijheid en veiligheid hier en nu in het geding is.
Oorlog, terreur, onderdrukking en angst worden dan ineens zeer tastbaar en dichtbij.
Velen van u hebben die momenten van spanning en levensbedreiging al meegemaakt in recente uitzendingen of voor een enkeling tijdens inzet al wat langer geleden. De medailles en gevechtsinsignes, die U met trots draagt, getuigen daar van. Door ons te verdiepen in de collega’s die ons voorgingen, putten wij kracht en energie om zelf door te gaan, ook als het moeilijk is én juist als het moeilijk is. Dáárom zijn herdenkingen als deze zo belangrijk en waardevol. Met respect en dankbaarheid gedenken wij ALLE gevallenen op deze wijze. Met het respect wat hen toekomt en zodat zij niet vergeten raken. Opdat ook wij verder kunnen gaan.
Ik dank u voor uw aandacht.