De beelden uit Afghanistan zijn schokkend om te zien. Wij realiseren ons dat die beelden bij vele cavaleristen hard aankomen, immers velen van ons hebben in Afghanistan gediend. Eerste gedachten gaan hierbij uit naar de Afghaanse bevolking: zij zijn wederom slachtoffer van een machtsstrijd tussen de verschillende partijen, zijn in de steek gelaten door hun overheid die voor hun veiligheid en welzijn had moeten zorgen maar die vooral bezig was met zichzelf. Ongewis is wat de toekomst onder het Taliban-regime voor hen in petto heeft, wat dat betekent voor de Afghanen die ons in onze missie hebben ondersteund. Onze missie was onmogelijk zonder de steun en inbreng van Afghanen. Wij hebben dat direct ervaren in de verschillende functies die wij in deze missie hebben mogen vervullen. Hier ligt een morele plicht om deze mensen en hun gezinnen in veiligheid te brengen.
De snelle overwinningsmars van de Taliban door het hele land, het totaal verdwijnen van enige veiligheidsstructuur in het land en het ontbreken van enige weerstand vanuit de centrale regering tegen de Taliban leidt bij velen van ons tot ongeloof, woede, verbijstering, ja zelfs tot verdriet. Het roept begrijpelijk vragen op over de opbrengst van twintig jaar internationale inzet in Afghanistan, en we kunnen ons voorstellen dat met name veteranen en hun dierbaren zich afvragen of alle inspanningen en offers zin hadden. Wat ons betreft is het antwoord daarop een volmondig “ja”. Dankzij uw inspanningen en de steun die u van uw thuisfront kreeg heeft een complete Afghaanse generatie de laatste twintig jaar onder veel betere omstandigheden kunnen leven, wonen en werken. Een groot deel van die generatie is in staat geweest onderwijs te volgen, heeft een beroep kunnen leren en een bestaan kunnen opbouwen. Uw inspanningen hebben vaak het verschil gemaakt voor vele individuele Afghanen en die hebben geleerd dat er een andere wereld kan zijn. Een met meer rechtvaardigheid, met meer respect voor mensen en met een open raam naar de buitenwereld.
Een land dat in 2002 zelfs geen muziekinstrumenten meer had om het volkslied te spelen bij het aantreden van de interim president, heeft nu in grote gebieden de beschikking over basisvoorzieningen, sterk verbeterde infrastructuur en een IT-netwerk. Dat draait niemand meer terug en ook de Taliban zal daar rekening mee moeten houden. Daarnaast weet deze organisatie wat de gevolgen kunnen zijn indien men in de toekomst weer terroristische groeperingen toelaat. Dat maakt de situatie waarin het land nu verkeert fundamenteel anders, ook al is de Taliban weer aan de macht. We mogen trots zijn op alles wat er onder vaak zeer moeilijke omstandigheden gedurende onze tijd is bereikt en we hebben respect voor uw inspanningen en de offers die uw dierbaren hebben gebracht. U verdient die erkenning omdat u met volle overgave heeft gewerkt aan een beter Afghanistan, in opdracht van de Nederlandse regering en met steun van het overgrote deel van onze eigen bevolking. Zoals Lgen b.d. de Kruijf het heel treffend zei: het is nooit zinloos om te doen waarvoor je staat.
Het is nu onmogelijk vast te stellen wat de blijvende effecten zijn van al die inspanningen, het is nu te vroeg om daarover te oordelen. Militairen en burgers hebben zich tot het uiterste ingespannen, daarbij persoonlijke risico’s niet uit de weggegaan om onze opgedragen missie uit te kunnen voeren. We betreuren daardoor 25 slachtoffers en vele gewonden, die daar soms nog dagelijks mee kampen. Laten we daarom ook aan hen denken en de nabestaanden van onze gevallen kameraden, voor hen is het extra moeilijk om de beelden uit Afghanistan te zien. Laten we elkaar opzoeken, met elkaar in gesprek gaan, luisteren naar elkaar, onze gevoelens bespreken. Niemand mag zich hierbij alleen voelen staan. Zoek elkaar op, check je buddy. Onze regimenten hebben sterke netwerken waarbinnen we elkaar kunnen vinden.
Wapenoudste Cavalerie
Genmaj Gerard Koot
Voorzitter VOC
Genmaj Nico Tak
Voorzitter VOOC
Elnt Tony van Hienen